bouwingspatroon.
De vormgeving uit het einde van de 16e en begin van de 17e eeuw vormde een
breuk met die van de Middeleeuwen. Nergens is dat duidelijker te zien dan in
de stedebouw.
Dat deze aanzet planmatig was, is te zien aan de symmetrische verkaveling en
de rechthoekige ruimte, waarop later de kerk gebouwd is, met de Kerkstraat in
de denkbeeldige as van de korte zijde van die ruime. Achter de kerk is de
symmetrie doorgezet met een naar weerzijden doorlopende straat. Dit gedeelte
van het dorp was fraai van aanzien en geheel in de trant van de nieuwe
gedachte. Dit deel heeft zuivere, duidelijke vormen en is gemakkelijk te over
zien. Het is statisch van karakter, maar daardoor komt ook een zekere eenheid
tot uitdrukking die versterkt wordt door het centraal in het geheel staande
kerkgebouw.
Dit komt ook door de verhouding in gevelhoogte en straatbreedte, alsmede
door de oorspronkelijke materiaalkeuze, waardoor een ideaal evenredige in
druk ontstaat. Het principe van de gulden snede - in Borsele zo duidelijk
uitgangspunt- is in Nieuwland echter moeilijk, zo in het geheel niet terug te
vinden. Veel meer is hier sprake van een gulden middenweg.
In de Kroniek van Zeeland van Smallegange is een mooie afbeelding van het
dorp aan het eind van de 17e eeuw te zien. Op deze afbeelding is eveneens te
zien, dat ontwikkelingen niet stilstaan. Op de Molendijk komt al (niet
planmatige) bebouwing voor. Later zien we, dat de dijken verder bebouwd
worden en dat er ook langs de Oude Rijksweg meer en meer lintbebouwing
ontstaat.
Er is dan ook pas weer sprake van planmatige bebouwing in de vijftiger jaren
van onze eeuw, als de Scheldepoortstraat aangelegd en bebouwd wordt. Na de
herindeling volgen de Zeeburgstraat, de Hoge Stelle en wordt de Van Aken-
straat aan één zijde volgebouwd. De Van Akenstraat bestond vroeger al (het
èrepelland), de Scheldepoortstraat, de Zeeburgstraat en de Hoge Stelle zijn
nieuw. Er is dan inmiddels sprake van een heel ander uitgangspunt als gevolg
van een volkomen gewijzigd maatschappijbeeld. Wel sterke controle en
toezicht door de overheid, maar nu een meer sociaal gerichte ordening.
Dat daarmede een andere vormgeving naar voren komt, is m.i. duidelijk.
Tussen het oude en het nieuwe gedeelte is rond de Veerstraat en het aanslui
tende deel van de Oude Rijksweg het centrum ontstaan: winkels, de horeca,
bedrijven en andere 'voorzieningen' stoorden zich niet aan de plannen, maar
ontstonden daar waar er structurele behoefte was. En dat was op de door
gaande route van Walcheren naar Zuid-Beveland: de Veerstraat en de Oude
Rijksweg, vanzelfsprekend vóór de Rijksweg 58 werd aangelegd.
10