HET GRAF VAN DE DEENSE STUURMAN
CH.A.H. NISSEN (1850-1883)
lige bijdragen van de bemanning van het Amerikaanse oorlogschip 'Franklin'
zal op het graf van de vijf overledenen van dien bodem een zeshoekige
gedenknaald worden opgerigt, omgeven door ijzeren hekwerk, eene ruimte
van zes meters beslaande, de zijden zullen behalve andere inscriptiën de namen
der overledenen vermelden. De vervaardiging van één en ander is opgedragen
aan de heeren van Uijen en Zoonen, steenhouwers in Middelburg, Naar de
tekening te oordelen belooft hetzelfde een prachtig gedenkteeken te worden.
De heeren van Uijen en Zoonen hebben zich goed van hun taak gekweten,
alleen waren de steenhouwers, die de tekst in de steen moesten kappen de
engelse taal kennelijk niet machtig, want in de opschriften werden nog al wat
fouten gemaakt, zoals men nu nog kan zien. Het is een wonder, dat dit kleine
monument de oorlog, overstroming en de opruimingswoede van de gemeente
heeft overleefd en ons nu nog herinnerd aan vijf jonge zeelieden, die 113 jaar
geleden hun land nimmer terugzagen.
P. v.d. Kerkhof.
(naar aanleiding van een artikel in De Wete, jaargang 1979, nr. 1: 'Walcheren
in Woord en Beeld' van F.A. Broeksma)
Dank zij de bemiddeling van de Nederlandse Ambassade te Kopenhage heeft
een deskundige belangrijk materiaal verzameld en toegezonden. Het betreft
een zestal kopieën van met de hand geschreven stukken en missieven, zowel in
het Frans als in het Deens geschreven. De vertaling ervan was niet altijd een
voudig. Bovendien vallen er ook enkele tegenstrijdigheden in te constateren.
De veranderingen in de Zeeuwse zeestromen zullen hier ook wel debet aan zijn
geweest. Vast staat, dat deze Deen in Kjöbe, provincie Ribe, in 't zuiden van
Jutland geboren is. Toen hij aanmonsterde in Kjöbehaven op de Belgische
stoomboot 'Burgemeester de Wael' was hij gehuwd en had hij 2 kinderen. Z'n
vader was tolbeheerder in Varde, in dezelfde provincie en z'n moeder heette
Alvia Münster. In de oude stukken wordt gewag gemaakt van 't aanspoelen
van Ch.A.H. Nissen. Op diens lijk worden de volgende voorwerpen gevonden:
een horloge, een paar manchetknopen en zilvergeld ten bedrage van fr. 6,72 en
rf. 1.35, ongeveer het bedrag dat later de burgemeester van Vrouwenpolder
vorderde voor de kosten van de begrafenis.
Uit het bericht, gedateerd 1 augustus 1884, blijkt, dat zijn lijk op 2 juni 1883 is
aangespoeld aan het strand tussen Oostkapelle en Vrouwenpolder. In dit
bericht van het Ministerie van Justitie te Den Haag, gericht aan de Officier van
Justitie te Middelburg, wordt duidelijk dat diens vrouw en beide kinderen
reeds dood zijn en dat de vader afstand doet van de erfenis van zijn zoon
zaliger.
Berichten in het Deens, resp. gedateerd op 20 augustus 1884 en 10 september
1884, bevestigen het bovengestelde. Een missieve in de Franse taal van het
Deense Consulaat in Rotterdam aan Zijne Excellentie de Minister van
Vreemdelingen Zaken te Copenhagen 'vraagt' voor de Burgemeester van
Vrouwenpolder tegemoetkoming in de kosten van de begrafenis van de over-
21