Daar komt Klaas Louwen met zijn oude bles ook aan;
Ei, zie die Joris eens. 14). Wat! zal die op de baan?
Mijn beste man, ga naar je vrijster, laat je raden.
Daar is voor u te weinig kans.
Neen toch! de loeris grijpt een lans,
En sjokt het renperk in, maar keert met schand beladen. 15)
Daar komt de Heer zijn kok: hij klimt op 't handvol ros; 16)
Daar stuift hij 't renperk in. Wat zit hij scheef en los!
Hij kan veel beter 't spit dan zulk een paard regeren.
Dat's mis, zie hoe 't geboerte lacht.
Daar tuimelt hij. 'k Heb 't wel gewacht.
Nu, wees tevree: men zal die lepel u vereren. 17)
Om niet, o norsaart, smaalt g'op deez' onnozle vreugd. 18)
Uw lastig heeklen spruit uit geemlijkheid geen deugd.
't Verstand verbiedt ons niet in zulk vermaak te delen.
Die nooit de boog der zorg ontspant,
Die kreukt gezondheid en verstand.
Speel, wandel, kaats, 19), 't is even onschuldig, 't kan niet schelen.
Toelichting:
Vroeger waren de spelregels en gewoonten bij het ringrijden enigszins anders
dan tegenwoordig, daarom volgen hier enkele toelichtingen bij het vers.
1) Vroeger waren de meeste prijzen van zilver, zoals horlogekettingen, broek
stukken, tabaksdozen, beugels voor de tassen van de meisjes (vers 9).
2) Vroeger werd het ringrijden gehouden op het beschaduwde dorpsplein
(Marnixplein) van West-Souburg, thans aan de andere kant van het kanaal op
het veel grotere Oost-Souburg.
3) De dichteres vergelijkt Walcheren met de dorpen in Noord-Holland (de
Beemster), waar ze verscheidene jaren gewoond heeft; beide zindelijk en net.
4) De baan ('baene') wordt door touwen van de publieke weg afgescheiden.
5) Op vele dorpen in Walcheren diende de herberg vroeger ook als rechthuis.
Op feestdagen dansten de boeren en boerinnen er op muziek van de viool
(vedel en bas). Het rechthuis van West-Souburg is in 1913 afgebroken en nu
staan daar twee woningen.
6) In Waterland (N.-Holland) is het ook netjes en zijn de meisjes eveneens 'in
de puntjes' gekleed.
7) Daar zit gang, vaart in!
8) Zoetje is een voornaam van vrouwen, die op Walcheren nog wel voorkomt.
9) Niet alleen om de prijzen wordt er gereden, maar ook om de eer van 't dorp
te handhaven.
10) Anders zal zijn platte hoedje afwaaien!
11) Vroeger droegen de ringrijders een bontgekleurde zijden lint om de schou
ders, tegenwoordig meestal een oranje sjerp.
12) Op Souburg wordt Pinksterdrie de ring gereden.
13) Er werd vooral vroeger bij zo'n dorpsfeest nogal flink gedronken, zodat de
predikanten zich meermalen hebben verzet tegen het ringrijden. Niet tegen het
11