VISSERSHAYEN
belangstelling voor
resten altenapoort
PZC/ provincie
15
De restauratie van de Vissershaven in Vlissingen kan interessante
gegevens opleveren over dit gebied, met zijn rijke historische
verleden. Daarbij wordt niet zozeer gedacht aan waardevolle voorwer
pen die tijdens het baggerwerk tevoorschijn zullen komen uit de
modder, maar meer aan informatie over de situatie, zoals die vroeger
moet zijn geweest. Men hoopt met name meer te weten te komen over de
vroegere kademuur, die ook vestingmuur is geweest, en de oude
stadspoort bij de Ballastkade, die Altenapoort of Rammekenspoort werd
genoemd. Een eerste prikonderzoek heeft aangetoond, dat de resten van
de fundering inderdaad nog aanwezig moeten zijn. Binnenkort hoopt
men te achterhalen hoeveel daarvan nog over is en of het de moeite
waard is de oorspronkelijke toestand in zoverre te herstellen, dat de
vormen weer herkenbaar zijn.
De torens die de Altenapoort flan
keerden moeten hebben gestaan op
de plaats waar het voormalige poli
tiebureau en de woningen achter
het monumentale winkelpand aan
de Zeilmarkt staan. De al jaren
leegstaande woningen rusten ver
moedelijk alleen op de fundering
van een dezer torens. Waarschijnlijk
heeft dat geleid tot verzakking en
scheuren in de muur, als gevolg van
de werkzaamheden aan de kade
muur. Conservator van het stedelijk
museum van Vlissingen W. Weber
heeft dinsdagmiddag een kijkje ge
nomen in de kelder van het voorma
lige politiebureau, om te onderzoe
ken of daar nog resten van de
fundering van de tweede toren te
rug zijn te vinden. Dat bleek echter
niet het geval. Wel werd geconsta
teerd dat de muur naar beneden
steeds breder is. De Vlissingse
brandweer verleende assistentie
door metingen te verrichten naar
het zuurstofgehalte in de kelder
ruimte. Bovendien werden de mu
ren opgemeten door R. van Mierlo
van het bureau Witteveen en Bos,
dat het bestek voor de restauratie
heeft gemaakt en het project bege
leid.
Onder zijn toezicht zullen zaterdag
horizontale boringen in de kade
muur worden verricht op verschil
lende hoogten, om te achterhalen
hoe diep de fundering zit en wat de
kwaliteit is. Dit moet in het week
einde gebeuren, omdat de Vissers
haven daarvoor droog moet worden
gelegd, terwijl de andere werkzaam
heden van dit moment worden ver
richt met water in de haven. Die
werkzaamheden wil men niet op
houden voor de boringen, omdat
anders het tijdsschema in gevaar
zou kunnen komen, verklaart de
heer Van Mierlo.
De scheuren in de muur van de
woningen aan de Zeilmarkt duiden
er volgens hem op, dat er waar
schijnlijk geen andere fundering is
dan die van de vroegere toren van
de Altenapoort. Inmiddels zijn
pleisters over de scheuren geplakt,
zodat kan worden nagegaan of ze
groter worden. Dat is volgens de
heer Van Mierlo tot nog toe niet het
geval geweest.
Hij heeft zich overigens ook steeds
meer verdiept in de vroegere situa
tie, omdat deze gevolgen kan heb
ben voor de wijze waarop de dam-
wand moet worden geslagen, ter
versteviging van de kademuur. Die
zal namelijk voor de resten van de
torens worden aangebracht, zodat
die weer herkenbaar kunnen wor
den gemaakt, wanneer dat de moei
te waard zou blijken te zijn. Zeker
heid daarover zal zaterdag pas wor
den verkregen uit de boringen die
dan worden verricht.
stond namelijk uit de arbeiders, die
de schepen laadden en losten.
De Altenapoort was de derde
stadspoort van Vlissingen. De eer
ste was de Westpoort of Gevangen
poort, op de plaats waar nu de
Gevangentoren staat aan de Boule
vard De Ruyter. Dan was er ook nog
een Oostpoort of Blauwpoort. Na de
uitbreiding van de stad in oostelijke
richting in 1443 met het Altenablok,
werd in 1489 nog een poort ge
bouwd, die naar aanleiding van het
perceel Altenapoort werd genoemd
en naar haar richting Rammekens
poort.
De stadsuitbreiding, door annexa
tie van een deel van West-Souburg,
was een onderdeel van een nieuwe
versterking. ,,Men verwijderde het
palissaadwerk of de borstwering,
voor zover die niet reeds door de
vijand (Sluisenaars, red.) was ver
broken en wierp stevige wallen op
met flink muurwerk en nieuwe ster
ke flanktorens aan de West- en de
Oostpoort", beschrijft P. K. Dom
misse in 'De ambachtsheerlijkheid
van Oud Vlissingen en de wording
van Nieuw Vlissingen'. ,,Het nieuwe
Molenwater in het Altenablok werd
tot vest gevormd van de Blauw- of
Arduinpoort af tot tegen de zeedijk.
Daar scheidde een dam de vest en
de Nieuwe of Engelsche haven. Voor
die dam stichtte men een nieuwe -
derde- poort met ronde flanktorens
en noemde haar de Altenapoort",
aldus de historicus.
Waar de naam Altena voor dit
perceel vandaan komt is ove
rigens een groot raadsel. De naam
komt ook weer terug in 'De muur
van Altena', zoals de keermuur bij
de Oranjedijk wordt genoemd. Er
bestaat ook een Land van Altena in
Noord-Brabant, bij Heusden, en
een Altenase heuvel, genoemd naar
het slot van Altena dat daar heeft
gestaan. A. J. van der Aa schrijft in
het Aardrijkskundig woordenboek
der Nederlanden: „Volgens een ver
telling onder de ingezetenen zou de
heer van dit land, toen hij het
kasteel wilde bouwen, in geschil
zijn gekomen met zijn broer, die
niet ver daarvandaan ook een kas
teel had en tot hem zei: 'Niet Al te
na', of 'Dat is Al te na', waarvan
dan het kasteel en vervolgens het
gehele Land van Altena zijn naam
zou hebben ontvangen.
Men moet dit echter voor een
sprookje houden, want in de oude
lijst van goederen van St. Maartens
kerk te Utrecht vindt men Haltha
vermeld en het schijnt niet vreemd
te zijn, dat men hierdoor Altena
verstaan heeft. Ook werd het land
van Altena wel Haltenna of Holtena
genoemd, waaruit de gissing is ont
staan, of men dc oorsprong van de
naam niet zou kunnen ontlenen aan
de vroegere houtrijkheid van het
Land", aldus dit aardrijkskundig
woordenboek. De Vlissingse archi
varis C. H. J. Peters vindt dit overi
gens niet zo'n gekke redenering.
Het blok van Altena was volgens
hem vroeger ook rijk aan hout.
Daarin zou naar zijn mening ook
een aanvaardbare verklaring voor
de naam kunnen worden gevonden.
In latere jaren is bij Het Eiland nog
een tweede Altenapoort of Ramme
kenspoort gebouwd, waarschijnlijk
na de sloop van de eerste. De twee
de Altenapoort is in 1870 afgebro
ken, in verband met de verbreding
van het Kanaal door Walcheren en
de aanleg van de nieuwe binnenha
vens.
Hans Tabbers
Bij het maken van het bestek is
volgens de heer Van Mierlo
geen rekening gehouden met even
tuele funderingsresten van de to
rens. Uit een bestek van 1853 blijkt
dat de toren onder het voormalige
politiebureau in die tijd moet zijn
afgebroken, evenals het aangren
zende 'metershuisje', voor de bouw
van een nieuw lokaal voor de
'stadsmeters'. Dat was waarschijn
lijk een dienst die de maten contro
leerde, zoals de ijkdienst gewich
ten controleert. De Vlissingse poli
tie werd aan het eind van de negen
tiende eeuw in het gebouw gehuis
vest.
De St. Janstoren heeft in het verle
den ook dienst gedaan als toren,
waarop de mastkraan was beves
tigd voor het aanbrengen van de
masten op schepen, maar die ook
werd gebruikt voor het laden en
lossen. De Mastkraanstraat, tussen
Ballastkade en Nieuwendijk, erin-
nert nog daaraan. De toren heeft
haar naam te danken aan het St.
Jansgilde, dat daarin was gehuis
vest, en ook wel 'zakkendragersgil-
de' werd genoemd. Dit gilde be-
De woningen aan de Zeilmarkt vertonen nieuwe scheuren in de muren, als
gevolg van de werkzaamheden aan de kademuren van-de Vissershaven.
Dit kan een aanwijzing zijn, dat de woningen alleen rusten op de
fundering van de toren, die naast de Altenapoort stond.
De tweede Altenapoort of Rammekenspoort, bij Het Eiland, die in 1870 moest wijken voor de verbreding van het
Kanaal door Walcheren.