DE HOFSTEDE
'VLUCHTENBURG'
Verzoek van de penningmeester
OoiISouittiy.
Op m'n oproep/vraag in De Wete nr. 2 van april 1984 ontving ik diverse
reacties. Bij mijn weten - ik ben getogen in het gebied dat nu Dauwendaele en
Middelburg-Zuid heet; ook mijn vader woont daar al meer dan 60 jaar -
was er 'in het Middelburgse' nooit een hofstede die 'Vluchtenburg' heette. Dat
wordt bevestigd door de reacties die ik kreeg. Uit die reacties blijkt dat de
boerderij Vluchtenburg op een afstand van ongeveer 150 meter ten oosten van
het Ronde Putje lag, dus op het grondgebied van de voormalige gemeente
Oost- en West-Souburg, aan de (huidige) Schroeweg.
Wanneer men over de autosnelweg van Vlissingen naar Goes rijdt, ziet men,
als de bebouwing van Oost-Souburg ophoudt, aan de linkerkant een mooi,
oud huis. Dat is de Vluchtenburg.
De naam van deze boerderij is terug te vinden op oude stafkaarten. De heer
J.C. van Winkelen uit Serooskerke heeft een kaart van 1923, nr. 48, waarop de
boerderij staat aangegeven. Al heel lang staat deze naam op 'topografische'
kaarten vermeld. Op de kaart van Walcheren van D.W.C. en A. Hattinga, uit
gegeven door Isaak Tirion in 1753, komt de naam al voor, maar dan gespeld
als 'Vlugtenburg'.
De hofstede bestaat nog. Volgens de heer E. Zuidema uit Middelburg is het
adres Schroeweg 2 (Vlissingen, bij de Grote Abeele) en wordt ze bewoond door
de landbouwers gebroeders Ovaa.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de gemeente Middelburg bij de naamgeving
van de straten in de wijk Dauwendale het betreffende gebied wel erg ruim
genomen heeft, hetgeen niets afdoet aan onze waardering voor het feit, dat
deze naamgeving veel oude boerderijnamen (of zouden het ook namen van
buitenplaatsen kunnen zijn?) aan de vergetelheid heeft onttrokken.
Met dank aan de heren A.J. Kabboord, A. de Kam, J.C. van Winkelen en
E. Zuidema.
Willen de leden, die hun contributie over 1984 (en eventueel 1983) nog niet
hebben betaald, dit alsnog doen?
Voor de betaling kunt U gebruik maken van de acceptgirokaart, gevoegd bij
het januarinummer van De Wete.
Bij voorbaat dank.
J.d.H.
29