onze kring, die vele artikelen in De Wete publiceerde. Hij trachtte jarenlang het geheim van deze kanonnen te achterhalen. Na veel speurwerk en doorzet tingsvermogen lukte het hem dit van één ervan te achterhalen. In Wete nr. 2 van 1983 is van zijn hand een uitgebreid artikel verschenen over het exemplaar met de V.O.C.-inscriptie en de Arabische letters. Voor de nieuwe leden is het goed dit nog eens in het kort te herhalen. We maken hierbij gebruik van een speciale publicatie van de Stichting Veere van juli 1978. 'In 1955 werden ze op hun huidige plaats opgesteld op initiatief van wijlen de heer J.C. Smit, eigenaar van de Scheepswerf de Noord in Alblasserdam en een van de oprichters van onze stichting. De kanonnen werden in de achttiende eeuw voor de Verenigde Oostindische Compagnie in Nederlands Oost-Indië gegoten maar het is niet bekend of en waar ze dienst hebben gedaan. Vermoedelijk zijn ze in het begin van de negentiende eeuw, omdat ze toen al waren verouderd, opgeslagen in een depot in Batavia. In 1835 koopt een zekere Mahmoed Calik, afkomstig van Lombok, de beide kanonnen en schenkt ze aan de Islamitische Sasaks, die in een machtstrijd waren gewikkeld met hun Balinese vorsten. De Mahmoed Calik had zojuist de voor iedere Mohammedaan zo belangrijke reis naar Mekka achter de rug, waarna hij zich 'hadji' mocht noemen, hetgeen hij ook op één van de kanonnen laat vermelden. De Arabische tekst luidt: 'Toen heer Hadji Mahmoed Calik van de Hadji terugkeerde, verschafte hij kanonnen, opdat de Maleiers gerust mochten zijn'. - 1251 -. (Het jaartal 1251 is in onze tijdrekening 1835) Een aantal jaren later breekt het conflict op Lombok uit en vallen de kanon nen in handen van de Nederlandse troepen. Luit. ter Zee le kl. J.C. Cramer, commandant van Hr. Ms. Bali, bracht op 24 november 1894 een aantal stukken geschut uit de Kampongs Tandjong en Pemenang naar Ampenang, waarbij de Veerse kanonnen waren. Later maakten ze deel uit van de z.g. Lombokschat, kwamen na wat omzwervingen in het Rijksmuseum en werden eerst in bruikleen, daarna definitief aan Veere afgestaan'. De letters in het andere exemplaar zijn door het vele slepen over de grond zover uitgesleten dat van de tekst niet zo heel veel meer valt op te maken (zie tekening die indertijd speciaal voor het onderzoek van de heer Beimers is ver vaardigd). Het Rijksmuseum te Amsterdam geeft voor dit kanon de volgende bijzonder heden op (brief aan Stichting Veere, 11 april 1978) lang 1,82 kaliber ca. 7 cm vermoedelijk drieponder gewicht 315 kg. inscriptie '17-FRIDRICUS WAER-R-74' 21

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1989 | | pagina 23