HET THOOLSE HUIS
door J. Poppe
Als men vanaf de Balans door de poort het Abdijplein betreedt, ziet men tegen
het Griffiegebouw links een pand aangebouwd, dat de naam draagt:
Het Thoolse huis. Die naam is ontleend aan het feit, dat vanaf 1581 tot de
Franse revolutie, het huis bestemd was voor de vaste Thoolse afgevaardigde in
het dagelijks bestuurscollege van Zeeland, waartoe toen vermoedelijk ook een
deel van het voormalige Abdijhotel behoorde, want een der vertrekken in dat
hotel werd de Thoolse kamer genoemd.
Later was het gebouw als pakhuis in gebruik en ook het Polderbestuur van
Walcheren heeft het in gebruik gehad. Na verloop van tijd stond het gebouw
daar in een hoek van het aloude Abdijhof, als een verwaarloosd gebouw dat de
omgeving storend ontsierde.
In 1871 besloot het Rijk - uit cultureel oogpunt - om het gebouw te verkopen.
In die tijd gebeurde het regelmatig, dat de overheid prachtige oude monumen
tenpanden van de hand deed, als er teveel onderhoud aan moest gebeuren.
Leest U het boek maar eens van Jhr. Victor de Stuers 'Holland op zijn smalst'.
Daaruit blijkt hoe er met rijkseigendommen werd gesold. Koper wordt op 31
maart 1871 Emanuel Aron de Groot, die in 1797 in Den Haag was geboren en
in 1820 naar Middelburg verhuisde, waar hij in de Beddewijkstraat een manu
facturenzaak en in 1835 een venduhuis stichtte.
Hij kocht het Thoolse huis - toen bekend als Abdij A 50 - en spoedig werden de
openbare verkopingen van roerende en onroerende goederen gehouden in het
Thoolse huis, door de Middelburgers al vlug het 'Notarishuis' genoemd.
De zoon van E.A. de Groot, Izaak Emanuel de Groot, geboren op 19 januari
1822, zette de zaken van zijn vader voort. Diens zoon Machiel Izaak de Groot,
geboren op 18 februari 1853, werkte met zijn vader samen tot 1892 en breidde
de zaken steeds meer uit, mede door het aankopen van de zaak van hun con
current Hondius, die op de Balans D 4 een Venduhuis had. De naam van het
bedrijf werd firma de Groot en Hondius. Machiel I. de Groot heeft meer dan
50 jaren, tot 1929 boven het Notarishuis gewoond. De zoon van Michiel I. de
Groot, Izaak Philip Joël de Groot, geboren op 30 augustus 1877 zette vanaf
1897 de zaken van zijn vader weer voort en zo was de zaak een bekend familie
bedrijf geworden. Inmiddels was Izaak P.J. de Groot beëdigd makelaar en zo
gebeurde het dat in september 1935 het honderdjarig jubileum werd gevierd.
En in die honderd jaar werd eerst in de Beddewijkstraat en later vanaf 1871 in
het Thoolse huis alles verkocht, wat er in de wereld zoal bestaat.
Men kan haast geen artikel bedenken of het heeft wel eens in zakken, kisten of
manden te kijk gestaan in het Thoolse of Notarishuis, daar in die oude Abdij.
Regelmatig gaven notarissen of advocaten opdracht om inboedelgoederen uit
nalatenschappen te veilen: klokken, kandelaars, zakken koffie, kisten thee,
dierbare familieherinneringen en doodgewone huishoudelijke artikelen kwa
men onder de hamer. Maar er werden óok verkopingen gehouden van lande
rijen, huizen of buitenplaatsen. 'Behalve oorlogsschepen en vliegtuigen',
vertelde de heer de Groot bij het jubileum, die waren daar nog niet verkocht.
De grootste veiling ooit gehouden, was die van een manufacturenzaak in Vlis-
singen, die 123.000,opbracht en de kleinste veiling was die van een huisje
van de gemeente op het Bagijnhof, dat voor afbraak voor 3,een koper
vond.
3