WIE VERBORG DE GOUDSCHAT VAN SEROOSKERKE? 9. Middelburgsche Courant 16-02-1764. 10. Kesteloo, o.c. 11Middelburgsche Courant 06-01-1784. Hierin wordt ook een "Schuit met toebehooren" aangeboden. 12. Idem, maart 1874. Volgens een soortgelijke advertentie uit april van dat jaar bestond het huis ongeveer uit 90.000 stenen. 13. Idem, 30 april 1784. Aangeboden werden "Een partij Meubilaire Goederen, als Bedden, Dekens, Kisten, Kassen, Tafels, Stoelen, Tin, Koper; en wat verder te koop zal worden gepresenteerd". 14. Idem, 15-12-1784. 15. Idem. De boomsoorten waren iepen, essen, beuken, eiken en linden. Martin van den Broeke Evenals vorig jaar is er in de maanden juni t/m augustus in het stadhuis van Veere een uitgebreide expositie te bezichtigen, waarin muntvondsten uit Zeeland centraal zullen staan. Peter Blom schreef naar aanleiding daarvan het volgende artikel. In de gemeente Veere, bestaande uit de kernen Gapinge, Serooskerke, Veere en Vrouwenpol der, zijn in het recente verleden drie schatvond- sten gedaan. De goudvondst van Serooskerke in 1966 trok door de omvang en waarde veel aandacht. De zilvervondsten in Serooskerke in 1979 en Veere in 1991 waren interessant, omdat deze door hun vindplaats goed in een historisch kader waren te plaatsen. Muntschatten werden niet alleen in tijden van onrust of oorlog begraven. Tot het begin van de vorige eeuw was begraven de beste manier om geld brandveilig en inbraakvrij op te bergen. Inbraakvrij was geld echter alleen, als niemand wist waar het verborgen lag; dit was nu juist het zwakke punt. Soms wist de eigenaar na jaren zelf niet meer exact de plaats of hij overleed zonder zijn erfgenamen erover in te lichten. Bij vondsten uit het verleden fantaseert men graag over de omstandigheden waaronder het voorwerp indertijd is verstopt. Zo ook de goud vondst van Serooskerke. Maak een speurtocht door de archieven en ontdek wie de persoon was die de schat verborg! SEROOSKERKE 1622 Tijd en tijdsomstandigheden De munt met het jongste jaartal dateert uit 1622. Deze munt wordt de "sluitmunt" van de vondst genoemdDe schat zal in of kort na 1622 zijn verborgen. Na de roerige beginjaren van de Opstand tegen Spanje 1566-1576) kon Zeeland aan de Gouden Eeuw beginnen. Zeeuwse schepen varen naar Oost en West, Middelburg begint aan een bloei periode, die voor een deel te danken is aan Vlaamse en Brabantse immigranten. In 1601 verschijnt voor het eerst de veelzeggende spreuk "Luctor et emergo" op een Zeeuwse munt. Het Twaalfjarig Bestand liep af in 1621. De strijd wordt niet meer in Zeeland gestreden. De angst voor de toekomst neemt iets toe omdat Bergen op Zoom in 1622 door de Span jaarden wordt belegerd. Als steun wordt voor 23 november 1622 door de Staten van Zeeland een vasten- en biddag uitgeschreven. Ook in Serooskerke wordt aan deze oproep gehoor gegeven. Plaats Serooskerke telde in 1622 ongeveer 600 inwo ners. De bebouwing bevond zich rond de kerk, in de Dorpsstraat en langs de weg naar Oost- kapelle. Rond Serooskerke bevonden zich een aantal buitenplaatsen, zoals Noordhout, Soe- tendaele, Rijnsburgh en het Huis Om. Oude registers vermelden een aantal families. Straatnamen en huisnummers had men in die tijd nog niet. Het is dus moeilijk na te gaan wie precies de eigenaar was van het perceel waar later de schatvondst is gedaan. Vorm en geldswaarde In 1622 was de geldswaarde van de 1141 gouden munten ruim 5000, Hiermee had men in die tijd een buitenplaats kunnen kopen. Wie? De kernvraag is: Welke kapitaalkrachtige persoon, die zich in of kort na 1622 in Serooskerke bevond, verborg

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1993 | | pagina 15