dienstwoningen met Franse kap, waarvan die van de opzichter van het pompstation, J. Gijzeis, wat groter is. Ook is een gemet selde rookgasafvoer te zien, alsmede twee aaneengeschakelde even grote machine gebouwen. De vier al eerder genoemde overdekte langzame zandfilters staan er nog steeds op en het gebouwtje met het De pompen Oorspronkelijk waren twee pompen geïn stalleerd: een filterpomp die het ruwe water uit de verzamelputten op het filter- bed bracht met een capaciteit van 14 kuub per uur, en een hogedrukpomp (FID-pomp) met een capaciteit van 30 kuub per uur, die het water uit de reinwaterkelder naar platte dak op de voorgrond geeft toegang naar de ondergrondse reinwaterkelders. Deze zogenaamde RWK's zijn gestort van ongewapend beton met wanden van 70 tot 120 cm dik. Tijdens de rigoureuze verbouwing in 1953 werden de langzame zandfilters vervangen door drie snelfilters en voor smaakverbete- ring van het water werden enige noritfilters geplaatst. In dat jaar kregen het pompsta tion en de dienstwoningen hun huidige vorm, op de filtergebouwen na, die nu ver dwenen zijn. Het pompstation vóór 1953 de stad Vlissingen pompte. Deze laatste pomp moest het water transporteren door een buis met een doorsnede van 125 mm en een lengte van 6.708 meter, langs de duinen tot een drukverhogingstoestel dat stond opgesteld ongeveer op de plaats van de voormalige Duinpoort. Bij de ver koop in 1932 stonden er twee lagedruk- pompen (LD-pompen) en twee hogedruk- pompen opgesteld, waarvan een LD- en een FID-pomp elk apart door een stoom-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 14