Zeeuwse mesheften Anno 1997 spreken over Zeeuwse volks kunst zal hoogstwaarschijnlijk nogal wat vragen oproepen, zelfs onder geboren Zeeuwen. Dat er, gedurende ruim ander halve eeuw, binnen de Zeeuwse platte landssamenleving een stukje volkskunst tot ontwikkeling en bloei is gekomen, is niet meer zo algemeen bekend. Het betreft in dit geval het op een bepaal de wijze met snijwerk versieren van hou ten gebruiksvoorwerpen. Binnen de reeks voorwerpen die voor verfraaiing in aanmer king kwamen, nam het heft van het boe renwerkmes of scheemes een buitengewo ne plaats in. Zo'n werkmes was vroeger een noodzakelijk stuk gereedschap voor iedere boer, knecht of dorpsambachtsman. Tot in het begin van de twintigste eeuw werd er door deze mensen nog dagelijks gebruik van gemaakt. Veranderingen in de economische en maatschappelijke struc tuur waren er de oorzaak van dat, binnen de periode van enkele generaties, de ken nis van dit stukje plattelandscultuur uit het gezicht is verdwenen. Evenals in andere delen van ons land bestond er ook bij de Zeeuwen een zekere drang tot het versieren van voorwerpen waar ze dagelijks mee omgingen. Temid den van de andere eilanden nam Walche ren in deze verfraaiing wel de voornaam ste plaats in. Dat stukje volkskunst kon zich ontwikkelen toen de mechanisatie in de landbouw nog een onbekend fenomeen was. De betrek kelijk gesloten dorpsgemeenschappen en de door het water geïsoleerde eilanden bestonden nog. Zoals hierboven al vermeld, gaat het over houten gebruiksvoorwerpen die men met snijwerk een mooier uiterlijk wilde geven; over naaldenkokers, breipenhouders, pijpekassen, pijpewroeters, broodplanken, kerkstoven, heften van tafelgerei en van boerenwerkmessen en dergelijke. Tegen woordig allemaal museumexemplaren of zeldzame (dus prijzige) stukjes handwerk in de antiekhandel. Een aantal wordt in enkele families nog zuinig als erfstukken bewaard. Paeremes In dit verhaal willen we de versierde heften van het werkmes, ook wel paeremes genoemd, nader bekijken. Het waren de meestgevraagde artikelen op dit gebied. De snijders zelf waardeerden de messen het meest om hun vaardigheid of kunstzin op uit te leven. Alleen al in de laatste helft van de vorige eeuw zijn er om die reden betrekkelijk veel, naar schatting ver over de duizend, op een traditionele en voor Nederland unieke wijze met fijn houtsnijwerk versierd. Vooral in de loop van de negentiende eeuw ontwikkelde dit snijwerk of snikker- werk zich dikwijls tot kleine kunstwerkjes in hout. Natuurlijk was niet iedere snijder begiftigd met het talent om mooi werk te maken. Onder het koren zat ook nog wel eens wat kaf. Maar mooi of minder mooi, het bleef altijd volkskunst en geen kunst met een grote k. Het versieren van gebruiksvoorwerpen is een bekend verschijnsel dat al lang voor onze jaartelling werd toegepast. Overal en altijd had de mens behoefte om de dingen die hij gebruikte te versieren. Het bewer ken van de heften van werkmessen, zoals dat in Zeeland tot ontwikkeling kwam, is niet zo algemeen en ook niet te vergelijken met het versieren in andere streken. In een

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 22