dit gebruik algemeen, terwijl het op andere dorpen sinds de jaren zestig sterk afneemt. Zo is er op West-Souburg al meer dan twintig jaar geleden voor het laatst gesloten. Op Oost-Souburg komt het sluiten sinds de jaren zestig tot op heden bij zeer hoge uitzondering voor en dan uit sluitend bij mensen van orthodoxe geloofs richtingen. Op Ritthem gebeurt het even eens bij hoge uitzondering nog bij oudere leden van de Gereformeerde Gemeente. Op Nieuwland is het sluiten al in zo'n twin tig tot dertig jaar niet meer voorgekomen. In en vooral rond Biggekerke wordt door de alleroudsten nog wel gesloten. Hetzelf de geldt in iets sterkere mate voor Melis- en Aagtekerke. Op Westkapelle is het gebruik de laatste vijftien jaar sterk afgenomen. Tot begin jaren tachtig was sluiten er nog algemeen. Sluiten gebeurt tegenwoordig bijna alleen nog met lakens (waarbij de gordijnen wor den afgenomen) of simpelweg door het sluiten van de gordijnen of luxaflex. Eind 1995 is er in Welzinge (een gebied onder Souburg) nog gesloten met zwarte rouwlin- ters aan de blinden. De duur van het sluiten, als er al gesloten wordt, is geen zes weken meer. Door gaans wordt slechts van de dag van over lijden tot en met de begrafenis gesloten. Een informant uit Arnemuiden meldde dat daar soms nog wel veertien dagen wordt gesloten. Een glui ströö wordt al sinds het begin van deze eeuw niet meer voor de deur gezet. Toch schijnt dat bij het overlijden van men sen op hoge leeftijd (geboren vóór 1850) dit gebruik nog tot in de jaren dertig zeer sporadisch voorkwam. Zo kennen onder meer een 81-jarige oud landbouwer uit Ritthem, een 89-jarige oud vrachtrijder uit Nieuwland en een 90-jarige oud-landarbeider uit Aagtekerke het gebruik nog uit hun jeugd. In het oosten van Walcheren komt het dra gen van de overledene door naaste buren en het verzorgen van de begrafenis door steeds hetzelfde echtpaar al sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer voor. In het westen, onder meer in Aagtekerke, bleven deze gebruiken langer bestaan. Het Aagtekerkse echtpaar dat eerder geciteerd werd, verrichtte het werk eind jaren zeven tig voor het laatst. Over de eigenlijke gang naar het kerkhof beschikken we alleen over informatie uit Westkapelle. Daar, en op veel andere dor pen, is het ongebruikelijk dat de begrafe nisstoet vanaf het huisadres naar het kerk hof vertrekt. In de meeste gevallen gebeurt dit vanuit een lokaal bij de kerk. Dat vertrek naar het graf gebeurt overi gens nog altijd klokslag twaalf uur; sla er de rouwadvertenties in de PZC maar op na. Iets voor twaalf uur wordt de lijkstatierol, waarop de volgorde van de begrafenis stoet staat, opgelezen. Met de dominee aan het eind van de stoet wordt de over ledene dan op een rijdende baar door zes personen naar het kerkhof gevoerd. Meestal zijn dit lijkdienaars, maar het komt nog wel voor dat vrienden of buren deze taak op zich nemen. Overigens wordt tegenwoordig bijna altijd gebruik gemaakt van een lijkauto. Wanneer de route langs het huis van de overledene voert, blijft de stoet daar soms even stilstaan. Na het nuttigen van een sobere brood maaltijd eindigt de begrafenis om onge veer twee uur.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 33