Vadertjes
De genoemde gebruiken zijn lang niet alle
maal streekgebonden. Sterker nog, de
meeste gebruiken waren van Friesland tot
Vlaanderen bekend. Toch bestonden en
bestaan er grote verschillen tussen begra
fenissen in de verschillende delen van
Nederland en zelfs tussen de verschillende
delen van Zeeland.
Het doet misschien pijn, maar burgemees
ter Kessen van Hulst zei nog niet eens zo
heel lang geleden bijvoorbeeld nog: "Een
begrafenis in Zeeuwsch-Vlaanderen is nog
gezelliger dan een Walchers trouwfeest."
Dat zegt misschien niet veel over de ver
schillen in begrafenisgebruiken tussen
Walcheren en Zeeuwsch-Vlaanderen,
maar geeft toch op zijn minst een verschil
in de volksaard van beide streken aan.
Zelfs binnen Walcheren zijn de verschillen
groot, getuige de volgende opmerking van
een oude Souburger: "Toen vaoder was
overleje, kwam t'r fermielje van Oóstkappel
op 't 'of. Toen die ankwaeme zeide ze: 'Is
'n nog nie dóód?' Die dochte dat 'n nog
leefde omdat me nog nie gesloten aodde.
Marco Evenhuis en Piet Minderhoud
Geraadpleegde bronnen:
- Jan Vader, Kersaon uut 't slopje, p. 117 e.v.
- Woordenboek der Zeeuwse Dialecten.
- Kees Maas, Domburgse ver'aelen.
- Prof. dr. Roeck, prof. dr. Theuwissen en prof.
dr. Van Haver, Culturele geschiedenis van
Vlaanderen deel 1, Vlaamse volkscultuur.
Bovendien werd zeer veel informatie verkregen
van diverse mondelinge bronnen; van enkele
gesprekken met informanten zijn bandopnamen
gemaakt.
't Oordt vö ieder mens is twaolf uren in 't
leven.
Hiermee wordt bedoeld dat geen mens
aan de dood ontkomt.
D'r leven loopt tenden.
Dit wordt gezegd als iemand op sterven
ligt.
Z'ei vee gelee, mè z'is noe buten piene en
banden.
Hier gaat het om een overleden vrouw die
tijdens haar ziekbed veel pijn en doods
angst heeft gehad.
Het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten
noemt als uitdrukking: "Ie lag zó in ban
den." Hij had zo'n stervensangst.
Z'is uut de tied.
Ze is overleden; ze is niet meer van deze
tijd. Jan Vader vermeldt nog enkele uit
drukkingen met dezelfde betekenis. Som
mige komen bij mij wat platvloers over. Jan
Vader schrijft echter dat in de vorige eeuw
de bewoners van het platteland van Wal
cheren in hun woordkeuze niet altijd even