Op 17 november liep Louis in Antwerpen koopman Salomon Duyts tegen het lijf, die hem vertelde dat er in Veere een moord was gepleegd en dat hij als vermoedelijke dader werd genoemd. Duyts had dit bericht gelezen in het dagblad De Koop handel. Die avond kwam Louis in beschonken toestand aan bij de weduwe De Knni te Veere aan het eind van de vorige eeuw. Links Hotel Roland. Vrancken. Hij ging als een razende te keer, onder het uitroepen van kreten als: "Ik ben nog te jong om te sterven" en "Mijn moeder zal sterven van verdriet." De dag daarop vertelde hij in 't Heereltje dat hij de komende zondag afscheid zou komen nemen: "Ik kom dan afscheid nemen, ik zal dan eens goed trakteren en dan ziet ge mij nooit meer, want ik ga dan vijf kwartier uurs hier vandaan en laat mij uitdrogen als een stok." Tot zover een reconstructie, gemaakt aan de hand van getuigenverklaringen, van de handel en wandel van Louis Ronald in de maanden oktober en begin november 1881. Zijn afscheid in 't Heereltje heeft hij niet kunnen vieren, want op 19 november 1881 werd hij gearresteerd op verdenking van het plegen van de moord te Veere. Een gruwelijke moord Nu gaan we terug naar Veere en zullen we zien wat er zich daar heeft afgespeeld. In een eenvoudig huisje, aan het begin van de Kaai, woonde de rentenier C.H. Snijders. Deze 66-jarige Middelburger was na het overlijden van zijn vrouw naar Veere verhuisd en leidde daar een terug getrokken leven. Omdat in Veere bekend was dat hij nogal een lieve cent bezat, had hij de gewoonte om als het donker gewor den was zijn voordeur niet meer te ope nen. Daarom had hij met buurvrouw Hen drikse de afspraak gemaakt dat zij de krant in ontvangst zou nemen als deze na het invallen van de duisternis bezorgd zou worden. De volgende morgen vroeg over handigde ze hem de krant dan over de muur, die de tuinen van elkaar scheidde. Omdat deze muur twee meter hoog was, had buurvrouw Hendrikse een laddertje in de tuin tegen de muur staan. Ook hadden ze afgesproken dat als er onraad was, hij maar op de muur in zijn gang, die aan haar woonkamer grensde, moest bonken. Op zondagmorgen 2 oktober had mevrouw Hendrikse om half acht op de gebruikelijke wijze haar buurman de krant overhandigd. Zoals ze later zou zeggen, viel het haar op dat meneer Snijders nogal 'gejogen' was. Toen ze hem op maandagmorgen weer de krant wilde aanreiken, bleef haar geroep onbeantwoord. Na het een paar maal die

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1997 | | pagina 30