De jaren van mijn jeugd.
Herinneringen aan Middelburg in oorlogstijd 1939-1944 (I)
1939
Het was op de dag van mijn vijftiende ver
jaardag, 28 augustus, dat er op de Markt
een bulletin werd aangeplakt met de aan
kondiging van de algehele mobilisatie.
Thuis hoorde ik dat dokter Frumau - die
zich al in Den Haag in militaire
dienst bevond - had opgebeld
met het verzoek of wij zijn auto
ook naar Den Haag konden
brengen. Deze auto stond
namelijk in de Noordstraat, in
het garagebedrijf dat mijn vader
samen met compagnon Cal-
jouw in de jaren twintig begon
nen was.
De volgende dag hebben we
de auto naar Den Haag ge
bracht. Ik mocht mee. Het was
voor mij een wereldreis, die
's morgens heel vroeg begon. En ondanks
de drukte in de treinen konden we
's avonds - heel laat weliswaar - nog
thuiskomen.
Enige tijd later werden wij als leerlingen
van de Mulo-school aan de Nederstraat
gevraagd om te helpen bij het ontruimen
van de archiefzolders in de Abdijgebou
wen. Op advies van de Luchtbescher
mingsdienst moesten de brandbare spul
len op de bovenverdiepingen van alle
gebouwen in de stad weggehaald worden.
De belangstelling van de schooljeugd was
groot. Er werd een keten gevormd vanaf
de archiefzolders tot op het Abdijplein. De
sterksten stonden bovenaan en de zwak
keren langs de torentrappen. Kilo's zware
folianten gingen van hand tot hand. De jon
gens die boven stonden, schrokken van
het grote gewicht en gaven hun last snel
door aan de volgenden. Deze op hun beurt
werden ook weer verrast en zo versnelde
het tempo, totdat de onderste man, grijs
van het stof, eindelijk zijn vracht op de sle-
perskar kwijt kon. De lading werd onder
andere gelost in een gebouw dat tegen het
Abdijcomplex aan stond. Later
is met de brand van 1940 toch
nog alles verloren gegaan.
Ons werd in die tijd ook ge
vraagd om vrijwillig een taak te
vervullen bij de Luchtbescher
mingsdienst (L.B.D.). Het arm-
plaatje dat ik voor die functie
kreeg uitgereikt, is mij de vol
gende jaren nog vaak van pas
gekomen.
Evert Blaas, geboren te
Middelburg, 1924.
1940
Op vrijdag 17 mei hadden
mensen al om kwart voor drie 's morgens
vliegtuiggeronk gehoord en hoog in de
lucht witte wolkjes van het afweergeschut
gezien. Tegen vijf uur ontdekten wij ook dat
er iets aan de hand was. Op de radio hoor
den we dat de Duitsers met militair mate
rieel in het oosten van ons land over de
grens waren getrokken. We begrepen dat
de oorlog met Duitsland begonnen was.
Hoe moesten we ons beschermen?
Er werd besloten om twee autoboxen als
schuilplaats in te richten. We wisten
immers niet wat ons te wachten stond...
Onze buurman Wisse had een timmerbe
drijf en beschikte zodoende over een voor
raad zand. Van hem kregen we een zand-
pakket dat we op het platte dak van de
autoboxen konden leggen. Zo voelden we
ons toch wat meer beschermd tegen rond
vliegende scherven.