Tijdens de eerste oorlogsweek was het
prachtig weer en konden we het 's nachts
in onze schuilplaats wel uithouden.
De garage werd steeds leger omdat de
klanten hun auto's kwamen ophalen.
De eerste militairen uit Oost-Brabant
vluchtten naar Zeeland. In onze garage
vonden ze onderdak voor hun voertuigen.
Ze waren bang dat ze door overvliegende
vliegtuigen gezien en beschoten zouden
worden. Toen mijn moeder een van deze
militairen een pijnstiller aanbood omdat hij
van de spanning hevige hoofdpijn gekre
gen had, mocht hij het glas water waarin
de poeder opgelost was niet drinken: men
wist niet of wij wel te vertrouwen waren.
In de stad vielen granaten. Eentje kwam
terecht in de winkel van slager Beugelink.
In diezelfde week zag ik in de Lange Delft
Franse militairen die met karabijnen op
overvliegende vliegtuigen schoten.
Enkele keren deed ik die week nog dienst
bij de Luchtbescherming.
Garage Blaas-Caljouw aan de achterzijde van
de Lange Noordstraat. De foto is gemaakt door
Cornelis Henning, wiens atelier achter de gara
ge lag (de glazen kap), (collectie E.G. Blaas)