A
delen; men was begonnen met het puin uit
de straten van Middelburg te verwijderen.
Mijn vader had de eerste tijd veel werk aan
het rijklaar maken van vrachtauto's die de
Duitsers niet de moeite waard vonden om
te vorderen. Deze vrachtauto's konden nog
dienst doen voor het vervoer van puin naar
het Vlissingse vliegveld. De Duitsers waren
bruikbaar gereedschap. Niemand kwam
kijken wat ik daar eigenlijk uitvoerde. Het
oud ijzer bracht ik met een geleende hand
kar naar de Pauwpoort, bij de gebroeders
Van Oorschot.
In december ging ik dus naar de handels
school op de Dam. Ik zat daar op een
leuke plek: boven in de voorkamer. Zo zag
Aan
...Ki/i/.i ti.ï/.é/filf.
-te» /~E v
wordt vergunning gegeven z.jn pand (en) aan de
te ^orzoeker en v001^00?^ voor zoover mogelijk in gebruik te nemen,
onder beding dat alle daarbij loopende risico's voor eigen rekening zijn.
ie airecteur vaq^Jemsenteverken,
Aiddclburg vMei 194-0
van plan daar startbanen te maken voor
de vliegtuigen waarmee ze naar Engeland
wilden vliegen. Men is hier later mee ge
stopt omdat de grond daar niet geschikt
voor was.
De compagnon van mijn vader had inmid
dels besloten om - vanwege zijn gevorder
de leeftijd - uit de zaak te stappen. Ik voel
de wel wat voor het garagebedrijf en meld
de me aan bij de handelsdagschool op de
Dam voor het behalen van het midden
standsdiploma. De school begon echter
pas in december omdat het gebouw bij de
beschieting van de stad was beschadigd.
Op 20 mei kreeg ik een vergunning van de
gemeente om de puinhopen van de gara
ge in de Lange Noordstraat te doorzoeken.
Dat leverde flink wat op. Ik vond twee
tanks met benzine. Bovendien was er een
overvloed aan metalen die niet waren ver
brand. Ik vond scharnieren en sloten van
verbrande deuren, loden en zinken goten,
Evert Blaas kreeg van de directeur Gemeente
werken van Middelburg toestemming om de
restanten van het garagecomplex te doorzoe
ken. (collectie E.G. Blaas).
ik tijdens een repetitie handelskennis dat
er rook kwam uit een kelder aan de over
kant. Natuurlijk meldde ik dat onmiddellijk
aan onze leraar, de heer Spruit. Maar hij
reageerde niet, bleef het verdere uur
onverstoorbaar en keek vooral niet uit het
raam. Pas toen het lesuur voorbij was en
wij onze blaadjes al ingeleverd hadden,
wierp hij een steelse blik naar buiten en
mompelde: "Dus toch..." De andere dag
hoorden we dat een touwslager in die kel
der zijn voorraad had opgeslagen, waarna
er brand was ontstaan in een pot teer.
Verder merkten we op school niet zo veel
van de buitenwereld. Alleen kwam onze
leraar Duits, die joods was, op een dag
niet meer naar school.