den door het eigendomsmerk weer bij de
rechtmatige eigenaar in de linnenkast of
-kist terechtkomen.
meer toegevoegd. Het is dus waarschijnlijk
dat Leendert na 1693 'volwassen' c.q. han-
delingsbekwaam was geworden.8
Niet onbemiddeld
Leendert Jansen Vijfpont was na het over
lijden van zijn vader bepaald niet onbemid
deld achtergebleven. Zijn kleding was van
9
I
i
S
Detail van een mannenhemd: hals met kant
van linnen, 18de eeuw. Collectie Zeeuws
Museum, (foto Ivo Wennekes)
goede kwaliteit, zijn hemden werden afge
werkt met kant. Hij bezat schoenen, kou
sen en een hoed. Hij ging naar school en
kreeg drinkgeld. Dat zijn zo ongeveer de
sporen die Leendert in de geschiedenis
naliet. Verder weten we weinig van hem.
Vanaf 1690 werd kostgeld voor hem be
taald, wellicht omdat zijn moeder ook over
leden was. Na 1693 werd geen afrekening
Ida Doorenweerd
1. Zeeuws Archief, Rechterlijke Archieven
Zeeuwse Eilanden (RAZE), toegang 10: Wees
kamer landvierschaar Veere, inv.nr. 1106Z.
2. De naam Vijfpondt is steeds op een andere
manier geschreven.
3. Zeeuws Archief, Rechterlijke Archieven
Zeeuwse Eilanden, inv.nr. 1106C.
4. Een Vlaamse pond was 20 schellingen of
240 groten. Eén schelling was 12 groten. De
notatie was achtereenvolgens: ponden, schellin
gen, groten. Eén pond Vlaams was gelijk aan
6,00, dus nu ongeveer 2,72.
5. Jan Laurensen Allaart ivas voorlezer en
schoolmeester in de genoemde periode. Hij
overleed in 1693. Zie www.zeeuwengezocht.nl.
6. Kleding en stoffen. Hemdrok voor mannen:
een nauwsluitend kledingstuk, dat over de
borstrok wordt gedragen, met lange mouwen,
de sluiting is met een (dubbele) rij meestal zil
veren knopen. Kappe: overjas voor mannen.
Rok: mannenjas. Fries: een wollen stof, blauiv
fries, rood fries. Laken: effen of met keperbin
ding geweven stof van wollen garen, die door
volling wollig en viltachtig is gemaakt (luxe,
dure stof). Lijmuaet: linnen. Saai: een lichtge-
keperde wollen stof die goedkoper is dan laken.
Sajet: getivijnd, wollen garen voor kousen.
Tierentein: een veelkleurig gestreept weefsel
van linnen ketting met wollen inslag.
7. Ceel: rekening of declaratie.
8. Op 23 april 1703 ging hij in de Nederduits-
gereformeerde kerk van Grijpskerke in onder
trouw met Liesbeth Cornelis Boenen, weduwe
van Paulus Crijnsen (Zeeuws Archief, DTBL
Grijpskerke 4B).