sie als stedenbouwkundige, maar het vin den van de balans tussen bebouwing en ruimte was zijn grootste drijfveer. Toen Verhagen in juli 1940 werd aange zocht als stedenbouwkundig adviseur om het verwoeste Middelburg weer op te bou wen, had hij al vele jaren diverse steden bouwkundige projecten in Nederland op Schetsen van Middelburgse gevels, waarin Verhagen de kleurstellingen noteerde: "warm donker, met grijze weerschijn", "hooger" en "grijsdonker". Uit: Familiearchief Verhagen, Voorschoten, niet gedateerd, vermoedelijk 1941. Illustratie in het besproken boek, p. 318. zijn naam. Hij was de leidende ontwerper in een team waarvan tevens de ervaren stedenbouwkundigen ir. J. de Ranitz en ir. L.S.P. Schetter deel uitmaakten. Dat Verhagen geschikt werd geacht om de wederopbouw van Middelburg te leiden, had te maken met zijn in 1939 gepresen teerde saneringsplan voor de vervallen binnenstad van Nijmegen. Op het eerste gezicht waren de opgaven in Nijmegen en Middelburg vergelijkbaar: twee historische binnensteden, de ene in verval, de andere ernstig beschadigd, die opnieuw vitaal moesten worden. In beide steden stond behoud en herstel van het historische karakter van het stadsbeeld, symbool van de bloeitijd van het verleden, voorop. Maar om de binnensteden weer vitaal te krijgen, moest in beide gevallen de bereikbaarheid worden aangepakt. In Middelburg pakte Verhagen het straten- patroon zo aan dat de belangrijk ste monumenten (de abdij en het stadhuis) op de bezoeker het grootste monumentale effect zou den hebben en de stad, bij gebrek aan andere bronnen van inkom sten, een aantrekkelijke toeristen bestemming zou zijn. De herbouwplannen van Verhagen om zowel in de plattegrond als in de architectuur het vroegere stadsbeeld te laten herleven en zelfs te versterken, heeft tot veel polemiek geleid onder vakgenoten. De herinrichting van Walcheren was voor Verhagen een andere uitdaging. In diezelf de tijd hield hij zich ook bezig met het ont werp van de inrichting van de Noordoost polder. Hij gaf de aanzet voor de oprichting van de Snelcommissie, die in augustus 1946 het reconstructieplan voor het herstel van het landschap publiceerde. Verhagen richtte zich bij de herinrichting van het Wal- cherse landschap op twee door hemzelf voor de oorlogsjaren geïntroduceerde begrippen. Het ene begrip was 'dominant' en het andere 'het verticale landschap'. Vertaald naar de Walcherse situatie was 'dominant' volgens Verhagen de doelmatig heid van het nieuwe landschap, bijvoor beeld bij rechte kavels horen rechte wegen. Met het tweede begrip was het de bedoe ling om de landbouw en de recreatie op Walcheren in één ruimtelijke structuur

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2008 | | pagina 40