26 november 1915 toe op Polderdijks eigen bedrijf Nieuwlandsrust. Zelfs de bok en de geit, de lievelingsdieren van het gezin, ontkwamen niet aan hun noodlot. Als lid van het hoofdbestuur toonde Pol derdijk speciale interesse voor enkele onderwerpen. Bij de behandeling van de nieuwe jachtwet keerde hij zich tegen het j li van de kleine boeren. De tegenwerping dat grote boeren dan zouden afhaken omdat zij niet voor de kosten van anderen wilden opdraaien, deed hij af met de opmerking dat acht gulden meer voor een bedrijf van tachtig hectare geen wezenlijk verschil maakte: "Iets van niets, slechts enkele mandjes suikerbieten zijn er mee ge- heerlijk jachtrecht en de plezierjacht. Als er gejaagd moest worden - de wildschade werd zijns inziens zwaar overdreven - dan moesten grondeigenaar en pachter daar samen over beslissen. Hij had kritiek op het ontwerp voor de pachtwet omdat hij deze in de praktijk onuitvoerbaar vond, "wat hij [volgens de notulen] in den breede toelicht". Rond 1920 werd voortdurend gediscus sieerd over de aanpassing van de contri butie. Polderdijk kwam met een voorstel waarin grote bedrijven per hectare aan merkelijk meer zouden betalen, ten gunste Het bestuur van de Kring Middelburg, 17 maart 1904. Ferdinand zit geheel links. Foto P. Smith. Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia lllustrata deel IV nr. 159b) moeid." Zijn amendement haalde het ech ter niet. In 1921 concludeerde de voorzitter dat het ledental met 800 was gedaald en hij weet dit aan het getwist over de contributie. De werkelijke redenen waren echter de wisse lende economische omstandigheden en de oprichting van de Christelijke Boeren- en Tuinders Bond. Dit laatste beschouwde

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2009 | | pagina 21