Het eiland van Caland
Plan voor de bouw van een fort in de Westerschelde
In de Provinciale Zeeuwse Courant van 8
november 2007 stond een artikel over de
zin en onzin van een eiland in de Noord
zee. De Tweede Kamer wil dat wordt
onderzocht of nieuw land in de Noordzee
kan worden aangelegd omdat er de ko
mende jaren behoefte is aan ruim 90 dui
zend hectare grond voor wonen, werken
en recreatie. En daar is de behoefte aan
landbouwgrond nog niet bij inbegrepen.
Een vernuftig idee waar ingenieurs zich de
komende tijd in kunnen verdiepen.
Niet minder vernuftig was het idee van de
Zeeuwse ingenieur Abraham Caland. Meer
dan 170 jaar geleden had hij het idee om
in de monding van de Westerschelde op
de zandbank De Elleboog een eiland te
maken. Geen eiland voor bewoning, land
bouw of recreatie, maar een eiland om er
een fort op te bouwen. Dit fort zou strate
gisch liggen in een rechte lijn tussen de
forten De Nolle op Walcheren en Willem I
in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Wie was Abraham Caland en waarom
wilde hij een fort voor de kust?
Abraham Caland
Abraham Caland werd in 1789 in Westka-
pelle geboren als zoon van een arme dijk
werker. Op een dag ging hij naar de plaat
selijke schoolmeester Huibregt de Wage-
maker. Abraham haalde enkele duiten uit
zijn broekzak en vroeg de onderwijzer of
hij hem hiervoor onderwijs wilde geven. De
schoolmeester vroeg hem waarom hij niet
gewoon naar school kwam. Abraham ant
woordde dat zijn ouders het schoolgeld
niet konden betalen. Hij vertelde bovendien
dat hij regelmatig bedelde. Abraham gaf
het grootste deel van dat geld aan zijn
ouders en van het overgebleven geld
hoopte hij les te kunnen krijgen. Dankzij de
onderwijzer mocht Abraham kosteloos
naar school en hoefde hij niet meer te
bedelen. Met de financiële hulp van ande
ren kon Abraham na de lagere school in
Abraham Caland (22 maart 1789 - 11 april
1869), hoofdingenieur van Rijksivaterstaat
voorzitter van de Centrale Directie van Wal
cheren en sedert 1818 lid van het Zeeuwsch
Genootschap. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genoot
schap, Zelandia Illustrata deel IV nr. 0154-017)
1803 verder studeren op het Instituut voor
de Waterstaat in de Abdij in Middelburg. In
1806 werd hij gedetacheerd bij de Polder
Walcheren aan de Noordwatering. Hij
kreeg zak- en kleedgeld en woonde in 's
Landskamer in Westkapelle.
Spoedig daarna kreeg Abraham Caland
een vaste aanstelling en werd hij overge
plaatst naar de Zuidwatering. Hij verdiende