.1 r
nUUF.JT- l''OJtT 1% 1)1'.''. MOM) .«KiO* KSTtUlsn U,;l
'Project-fort in de mond der Westerschelde.'
Aanzicht, doorsnede en plattegrond van een
geprojecteerd fort in de monding van de Wes
terschelde, 1836. Tekenaar/steendrukker: H.J.
Backer, tekenaar: A. Caland. Gepubliceerd in:
A. Caland, 'Verhandeling over het bouwen van
een fort in den monding der Westerschelde bui
ten Vlissingen en Breskens', Zierikzee 1836.
(Zeeuius Archief, Zeeuws Genootschap, Zelan-
dia Illustrate deel II, nr. 11)
len uit in Brussel. In fabrieken werden
machines onklaar gemaakt en voedsel
voorraden werden geplunderd. Dit gebeur
de ook in andere Zuid-Nederlandse plaat
sen. Zowel bij de lagere bevolkingsklassen
als bij de burgerij ontstond grote afkeer
van de Hollanders. Militairen van de Zuid-
Nederlandse gewesten probeerden zelfs
Zeeuws-Vlaanderen te veroveren omdat ze
meenden recht te hebben op dit gebied.
Men dacht dat het bezit van Zeeuws-
Vlaanderen ook zeggenschap zou beteke
nen over de Westerschelde.
Abraham Caland maakte zich daar zorgen
over en daarom schreef hij een verhande
ling over het bouwen van een fort in de
Westerschelde. De verhandeling droeg hij
op aan "Zijne Koninklijke Hoogheid Willem
Frederik George Lodewyk, Prins van Oran-
je-Nassau, Kroonprins en Veldmaarschalk
der Nederlanden". In het voorwoord van de
verhandeling schreef hij: "Het groot belang,
dat Oud-Nederland heeft bij het behoud
van het volle regt en het vrije bezit der
Schelde, heeft mij genoopt het vraagstuk