Vierschaar komt men door eene ruime
Deur in de gewoone Vierschaar, die egter
ook nog twee andere Toegangen heeft,
een op de Voorzaal en een van agter in de
groote Gaanderij.
"Uit deeze Vierschaar treedt men nog door
eene andere Deur onmiddelyk in de Sche
penskamer, en uit deeze in de Burge
meesterskamer, beide deftige Vertrekken
en ieder zynen vryen Uitgang in de even-
genoemde groote Gaandery hebbende.
Aan de overzyde derzelve worden de
Stads Sekretary en andere Vertrekken
gevonden. Uit deeze Gaandery, gaat men,
met eenen nieuwen grooten Trap, naar de
Bovengaandery; daar op heeft men eene
heerlyke en zeer ruime Zaal, gemeenlyk
de Thesaurierskamer geheeten, gelyk ook
'Hooge Vierschaar, in de voorzaal van het stad
huis te Middelburg'kopergravure, uit: Chro-
nyk Almanach. (Zeeuws Archief, Zeeuws Ge
nootschap, Zelandia Illustrata deel II, nr. 421)
de Thesaurie zelve, de Kamer van Desola
te Boedels en 't Komptoir van Finantie en
Konsignatie. De Kamer van 't Landregt, die
teffens ook voor Keurschepenen van
Stadsambagten en Kommissarissen van
kleine Zaaken dient, gelyk ook de Weeska
mer en derzelver Vertrekkamer worden op
eene andere groote Gaandery boven de
Vleeschhal gevonden.
"Aan 't einde dier Gaandery is de Kamer
voor de Floofdwagt en 't Komptoir der
Registratuure. Voorts is 't voorste deel van
't Stadhuis een groote ruime Zaal, uitzigt
hebbende over de Markt, en uit wier Ven
sters de Heeren van de Wet de uitvoeringe
der Lijfstrafbaare Vonnissen aanschouwen.
Aan de Westzyde van 't Stadhuis is een
groote Zolder, dienende tot een Wapenka
mer, rykelyk van noodige Wapenen voor
zien."
In het boek van Unger5 zijn plattegronden
van de begane grond en van de bovenver
dieping opgenomen. Unger dateert ze van