De gasloze woensdag Duisternis, koud eten en ander ongemak in Middelburg in WOl Op 25 juli 1918 vergaderde zoals gewoon lijk op een donderdag de kerkvoogdij van de hervormde gemeente van 't Zand, dat nu Middelburg is maar toen behoorde tot Koudekerke. Tijdens die bijeenkomst vroeg het lid Stoppels aandacht voor de veelvul dige afwezigheid van notabel P.J. de Broe- kert ter vergadering, zonder dat deze daar voor gegronde redenen had opgegeven. De Broekert kreeg na deze vergadering een brief op poten. Hij antwoordde met een schriftelijk excuus en het besluit om voor zijn "bediening als notabele" te bedanken. Toch kreeg De Broekert in de bijeenkomst van 9 oktober van hetzelfde jaar - bij uit zondering op een woensdag - alsnog de kans om zijn 'zaak' in de vergadering te bespreken. Na nogmaals zijn excuses te hebben aangeboden, releveerde hij dat er bij hem geen sprake was van onwil, maar van onmacht, zulks in verband met zijn werk. Maar nu de vergadering op woens dag werd gehouden en deze dag voor Mid delburg een gasloze dag was, kon hij dit maal, omdat zijn werkzaamheden vroeger beëindigd waren, op de vergadering ver schijnen. Eind goed, al goed. De overige leden van de kerkvoogdij verklaarden zich bereid om voortaan op een woensdag te vergaderen en De Broekert kon daardoor zijn besluit om te bedanken als notabel intrekken. Maar wat was dat eigenlijk, die 'gasloze woensdag', waardoor Middelburgse kanto ren en bedrijven vroeger moesten sluiten? Gas in Middelburg De gasloze woensdag had alles te maken met de Eerste Wereldoorlog en de schaarste aan brandstoffen die daar het gevolg van was. Gas werd toen uit steen kool gemaakt. De gasvoorziening was plaatselijk geregeld. Middelburg had sinds 1854 een gasfabriek, aan het Molenwater, om "Economisch Gaz" voor de stadsver lichting te leveren: voor 175 grote en 135 kleine lichten. Het was aanvankelijk een particuliere onderneming die met wisse lend succes opereerde. Verzorging van stadsverlichting bleef lang de hoofdactivi teit van het bedrijf, maar geleidelijk aan kwam gas in zwang voor de verlichting van bedrijfspanden zoals winkels en werkplaat sen. Er waren ook particuliere gebruikers, al liep dat eerst niet storm. In 1880 hadden nog maar 539 van de 4.000 woningen in Middelburg een eigen aansluiting met gas meter. In dat jaar nam de gemeente, na gemopper van winkeliers over de kwaliteit en de prijs van het gas, onder druk van de gemeenteraad de exploitatie van de gasfa briek over en werden de prijzen verlaagd. Er volgden jaren waarin de productie voor spoedig groeide, mede dankzij een verde re reductie van de gasprijs tot negen cent per kubieke meter. Toen er aan het begin van de twintigste eeuw nieuwe gloeikous jes kwamen, waardoor de verlichting veel beter werd, nam vooral het gebruik door particulieren en bedrijven (bijvoorbeeld voor etalageverlichting) toe. Het aantal straatlantaarns steeg tot 442. In die tijd werd ook de watervoorziening van de stad - het oppompen van duinwater bij Oranje zon - in hetzelfde bedrijf ondergebracht. Later werd daar ook distributie van elektri citeit aan toegevoegd. Die werd toen voor al gebruikt voor het aandrijven van elektro motoren in werkplaatsen en industrie. Mid delburg had voor de Eerste Wereldoorlog

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2009 | | pagina 27