geen eigen elektriciteitscentrale. De stroom
die nodig was werd geleverd door de grote
centrale in Vlissingen. Deze was gebouwd
voor de tramlijn naar Middelburg, die in
1910 geëlektrificeerd was.
De oorlog
Toen in augustus 1914 de oorlog uitbrak,
zorgelijke tijden" voor militaire dienst waren
opgeroepen, het volle loon uit te betalen.
Naarmate het besef groeide dat de oorlog
niet snel voorbij zou zijn, werd ook steeds
duidelijker dat de levering van gas een
probleem zou kunnen gaan worden. Het
overgrote deel van de steenkool die nodig
was om gas te maken, werd betrokken uit
Gaslantaarn als straatverlichting op het Seis-
plein te Middelburg, ca. 1900. Zeeuws
Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illus-
trata, Prentbriefkaarten, nr. ZI-P-01521)
overheersten aanvankelijk de dagelijkse
problemen. Een flink aantal werknemers
van de gasfabriek werd gemobiliseerd. Al
op 31 juli 1914 maakten burgemeester en
wethouders het genereuze gebaar aan de
gezinnen van ambtenaren, beambten en
werklieden van de gasfabriek die "in deze
landen die in oorlog waren: Duitsland en
Engeland. Leveringen liepen terug, prijzen
liepen op en beide landen begonnen aller
lei eisen te verbinden aan de verkoop van
hun kolen.
Al snel, in 1915, werd in Nederland de
kolenhandel gecentraliseerd. In januari
1916 kwam het tot echte distributie, door
het Rijks Kolen Bureau (R.K.B.), onder lei
ding van de directeur van de Staatsmijnen.
Deze instelling zou in de jaren daarna de
directeur van de Middelburgse gasfabriek