te doen bloeien is uw plicht en dat blijft van U vragen offers ruim en mild." De Ligt be nadrukte verder nogmaals de doelstelling van Kinderzorg en zei onder andere: "Wij weten immers dat de beslissing of de men- schen goed of slecht worden meestal af hangt van de opvoeding van het kind. Waar vele ouders niet kunnen opvoeden, worden anderen geroepen het in hunne plaats te doen." Na de voorzitter voerden nog vele sprekers het woord en allen wa ren vol lof over het gebouw en het bestuur. Voor ingezetenen van Middelburg en ande re belangstellenden was er de mogelijk heid tegen betaling van een kwartje het nieuwe paviljoen te bezichtigen. Financiën Vanaf het begin heeft Kinderzorg grote fi nanciële zorgen gekend. Dit heeft tot 1933 geduurd; toen kreeg Kinderzorg een zeer groot legaat. Op vrijwel alle vergaderingen vormde geld dan ook een belangrijk agen dapunt. Het probleem was al direct bij de oprichting ontstaan. Het kapitaal bij de stichting van Kinderzorg was te gering zo dat men met grote schulden begon. Daar kwam bij dat elk kind per jaar ongeveer 500 gulden kostte, terwijl het verpleeggeld 125 tot 250 gulden bedroeg. Hiervan kon den alleen de voeding en de kleding be taald worden. Hierdoor bleven de schulden groeien. De financiële situatie was in 1917 zo slecht dat het moderamen aan de alge mene vergadering voorstelde dat, indien de kerkelijke gemeenten niet bereid waren voortaan bij te dragen in de onkosten van de stichting volgens de hoofdelijke omslag, tot liquidatie zou worden overgegaan. Zo ver kwam het niet. Wel legde de penning meester zijn functie in 1921 neer omdat hij het niet doenlijk achtte met zulke grote te korten te werken.2 Op alle mogelijke manieren probeerde men geld te verkrijgen. Ter illustratie volgt hier een stukje dat de directeur van Kin derzorg in de Middelburgsche Courant van 1921 liet plaatsen. "Mijnheer de Redacteur, Verleden jaar waren omstreeks deze tijd ook nog weinig giften voor de Kerstviering met onze kinderen ingekomen. U hebt toen eenige regelen van onderget. opgenomen, waarin hij er op wees, dat ruime gaven bij eengebracht waren voor kinderen in het buitenland, doch dat de liefdadigheidszin in ons goede land wel zoo groot is, dat hoop gekoesterd werd op giften ook voor ons, blijdschap zien wij, dat het hart weer spreekt en hoeveel er voor welke doelein den ook gevraagd wordt de gebreklijdende niet vergeten worden. Wij hebben ook nu weer hoop, dat er nog eenige kruimpjes van de tafel zullen afvallen ten behoeve van onze kinderen." Vanaf 1922 keerde het tij. Een damesco mité onder erevoorzitterschap van me vrouw A.D. Quarles van Ufford-baronesse Mulert tot de Leemcule, echtgenote van de commissaris van de koningin, organiseer de in 1922 een bazaar ten bate van Kin derzorg. Vanuit de hele provincie kwamen geschenken en geld binnen. Aangezien de bazaar in de woning van de commissaris van de koningin gehouden werd, was men verzekerd van veel bezoekers. Bij de ope ning sprak de voorzitter van Kinderzorg, dominee De Ligt. Hij zette uiteen dat de kosten van opvang en opvoeding van de kinderen in Kinderzorg ontzaglijk groot wa ren. De regering verleende subsidie die slechts een deel van de kosten dekte, zo dat Kinderzorg zelf een grote som bijeen moest brengen. Hier zorgden 81 hervorm de gemeenten en vele particulieren voor.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 17