13 groot aandeel hadden in de dagelijkse gang van zaken. Na verloop van tijd wer den deze bemoeiingen beperkt tot leiding geven bij algemene zaken. Het college werd ook betrokken bij het aannemen van nieuw personeel. De 'dames'woonden een deel van de bestuursvergaderingen en die van het moderamen bij. In de jaarvergade ringen brachten zij verslag uit. In de jaren veertig van de vorige eeuw werd het colle ge opgeheven en werden de dames be stuursleden. Freule Van Doorn uit Koude- kerke heeft ruim 32 jaar deel uitgemaakt van de Dames van Toezicht en Kinderzorg menigmaal financieel geholpen. Een ander lid van het college, mevrouw E. Blum-de Niet, heeft verschillende keren schenkin gen aan Kinderzorg gedaan en na haar overlijden in 1933 bleek dat zij de helft van haar vermogen, ruim 165.000 gulden, aan Kinderzorg had nagelaten. De pupillen De verpleegden, zoals de pupillen in het begin werden genoemd, kwamen langs verschillende wegen Kinderzorg binnen. Er was een groep die door de rechtbank aan Kinderzorg was toevertrouwd en er was een groep die op verzoek van de kerken raad van een Zeeuwse gemeente in Kin derzorg was geplaatst. Deze laatste groep kreeg vaker bezoek en had naast het uni form nog wat andere kleding. De kinderen kwamen veelal uit milieus waar regelmatig luizen voorkwamen. Ook heersten er vaak tuberculose en andere ziekten. Het bestuur eiste daarom dat alle niet-gevaccineerde kinderen die opgeno men werden in Kinderzorg, gevaccineerd werden en bovendien dat alle niet-gedoop- te kinderen gedoopt werden. Dokter Van Berlekom behandelde, vanaf de oprichting van Kinderzorg tot zijn ver trek in 1912 naar Den Haag, de kinderen gratis. Al in het eerste jaar had hij te ma ken met roodvonk. Mede hierdoor moest de eerste jaarvergadering buiten het ge bouw plaatsvinden. Door de inrichting van de gebouwen heeft men getracht zoveel mogelijk ziekten te voorkomen. Tuberculo se kwam voor en verschillende kinderen zijn eraan overleden. Vanaf 1911 werden de kinderen maandelijks medisch onder zocht en vier jaar later werd Kinderzorg lid van de Provinciale Vereeniging tot Bestrij ding der Tuberculose. Graag had men toen ook een draaibare lighal voor tbc-patiënten aangeschaft, maar dat was financieel niet haalbaar. Men had nog hoop dat er een geschonken zou worden. Eerst in 1923 kon er een geplaatst worden. In dat jaar werd besloten al het personeel op tbc te screenen, mede omdat in dagbladen was gepubliceerd dat Kinderzorg een haard van besmetting van tuberculose was. Ge lukkig constateerde dokter Hoorweg, con sultatiebureau-arts, dat dit niet het geval was. Er waren wel patiënten die deze ziek te hadden, maar niet veel. Tot opluchting van het bestuur had de Spaanse griep geen slachtoffers in Kinder zorg gemaakt. Over het dagelijks leven in Kinderzorg in de beginjaren is vrijwel niets terug te vin den in het archief. Dominee De Ligt heeft in een Kinderzorgcourant, waarschijnlijk die van 1908, het leven in Kinderzorg be schreven. Hierin merkte hij op: "Opvoeden is nog wat meer dan kleeden en voeden, ook al kost dit heel wat overleg en dage- lijksche zorgen. Onze meisjes en jongens moeten later flinke menschen worden, er moet werken geleerd worden." Bij het be zien van het dagprogramma komt duidelijk

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 21