Appartementen in Breezand bij Vrouwenpolder met uitzicht op het Walcherse landschap, het werkkapitaal van de recreatiesector, (foto Leo Hollestelle) Krimp is een ramp Volgens de provinciale politici is de krimp een zegen, waar je vooral niets aan moet doen. Ik vind het een vloek, die op elke denkbare manier bestreden moet worden. De onvermijdelijkheid die wordt gememo reerd stuit me tegen de borst. Aan krimp is iets te doen en moet iets gedaan worden. Krimp heeft een enorme impact. Bij krimp verdwijnt de intellectuele bovenlaag van de bevolking, en dan gaat het hard. Eerst ver dwijnen de directies uit de provincie, daar na de notarissen, de advocaten en de ac countantskantoren. Kortom, de intellectu ele en culturele bovenlaag van onze pro vincie wordt drastisch uitgedund. Dat zijn wel de mensen die deelnemen aan de be sturen van onze culturele instellingen. Daarmee lopen we het gevaar dat nieuwe initiatieven langzamerhand ontbreken, dat de innovatie verdwijnt en de culturele aan sluiting gemist wordt. Ons leefmilieu zal er door veranderen. Dat laatste is ook funest voor het toerisme. In de eerste plaats om dat we minder goed in staat zullen zijn om goed gekwalificeerd personeel aan te trek ken. In de tweede plaats is het vooral ook funest omdat we samenwerking zoeken met andere economische disciplines. Denk aan de gezondheidszorg en wellness-voor- zieningen, de hogeschool, de muzieksec- tor en de sport (denk aan het succes van de kustmarathon). Het is immers de cultu rele omgeving die de vreemdeling aan spreekt en zijn vakantiebeleving wordt steeds sterker gekoppeld aan bepaalde events. Achter evenementen als de schil dersweek, Jazz by the Sea, Horses by the Sea, Film by the Sea, het Nazomerfestival enzovoorts, schuilen ideeën en organisa ties die niet bottom up zijn ontstaan. Krimp betekent verschraling en verschraling bete kent terugval naar 'alleen het zomerseizoen'. De landschappelijke waarden worden uiter aard niet aangetast. Door de verkorting van het seizoen zullen echter de diepte-inves teringen, de serviceniveaus en de meer waarde voor de regionale economie tegen vallen. Dit is een sluipend proces. Je ziet het niet meteen. Wat je wel ziet is de le thargie die in onze provincie overheerst. Omdat de bevolking de gevolgen niet goed kan overzien, is hier provinciaal leiderschap nodig. Ik herinner me uit de jaren zestig dorpjes waar de mensen in de zomer voor

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2011 | | pagina 29