Plattegrond van Versterkerstation Domburg.
De kabels werden links onder de versterker
ruimte in een kleine kabelkelder ingevoerd.
(coll. A.C. de Bruin
R'JM/UULLN
HARtïtN
de Dienst P&T in gebruik. Het kabelhuisje
en de woning - waarin inmiddels, na de
lichtwachter, een andere huurder zijn intrek
had genomen - werden op 3 oktober 1938
door het Loodswezen officieel overgedra
gen aan de PTT, Telefoondistrict Vlissin-
gen. Blijkens een door de RAF op 10 okto
ber 1944 genomen luchtfoto stond het
huisje er toen nog steeds.
De naam versterkerstation dekte inmiddels
niet meer volledig de lading. Vanaf het be
gin werd het probleem van het hoger aan
tal gesprekken dan het aantal beschikbare
koperaders opgelost door middel van zo
genoemde duplexverbindingen. Uit een
combinatie van vier koperaders kon door
middel van duplextransformatoren weer
één additionele verbinding worden ge
vormd.
De trukendoos was inmiddels aangevuld
met zogeheten draaggolfsystemen. Hier
mee konden aanvankelijk naast het gewo
ne audiogesprek één of meer kanalen op
een hogere frequentie worden overgedra
gen, die aan de overkant dan weer afzon-
derlijk 'audio' konden worden gemaakt. De
tweede en derde kabel werden daartoe uit
gerust met aanvankelijk één, later uitge
breid tot respectievelijk twee en vier, totaal
zes Engelse 1+1-draaggolfsystemen.
Daarmee kon aan de toegenomen vraag
van onder andere telexverbindingen wor
den tegemoetgekomen. Zo groeiden de
activiteiten in het versterkerstation niet al
leen in volume, maar ook in complexiteit.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog
In de periode 1922-1940 werden er tussen
Aldeburgh en Domburg in totaal vijf kabels
gelegd. Men begon met een kabel met
slechts vier draden. Dit was met de tech
nologie van afzonderlijk met guttapercha
geïsoleerde koperdraden nog te behap
pen. Meer aders per kabel was eigenlijk
niet te doen. Al tijdens de onderhandelin-