gen over de eerste kabel was de overstap
van guttapercha naar papierisolatie in een
loodmantelkabel ter discussie gesteld. De
in 1922 gelegde kabel Middelburg-Dom
burg met veertien draden was al op deze
wijze uitgevoerd. De kabel werd geleverd
door de Duitse firma Feiten Guillaume
uit Köln-Mühlheim. De keuze tussen gutta-
De eigenlijke versterkers, die waren geplaatst
op rekken, (coll. AC. de Bruin)
percha en (droog) papier kwam bij de
tweede kabel nadrukkelijk opnieuw aan de
orde. De Dienst P&T wilde in verband met
de prijs en kwaliteit deze kabel laten leve
ren door Feiten Guillaume. Maar dat was
voor onze Engelse vrienden onbespreek
baar. Zij hadden inmiddels in Woolwich
een nieuwe fabriek gebouwd, waarin pa
pierloodkabels van tien zeemijl aan één
stuk konden worden vervaardigd. En dus
werd de kabel dan toch maar besteld bij
Siemens Bros Cy.
Bij de derde zeekabel kreeg de Dienst
P&T toch weer haar zin en werd de leve
ring gegund aan het Duitse Feiten Guil
laume. Deze kabel werd, evenals de twee
de, een 4x4 - met vier quads of stergroe
pen. Bovendien kreeg deze kabel nog een
extra hartader, speciaal bestemd voor tele
grafie. In Keulen kon men dertig zeemijl
aan één stuk vervaardigen, waartegen de
Engelse prestatie van tien zeemijl - vol
trots geëtaleerd in The Electrician van 5
september 1924 - mager afstak. Het was
de eerste kabel die rechtstreeks werd in
gevoerd in het nieuwgebouwde Versterker
station Domburg.
Pas in 1937, toen Europa mede door een
dreigende oorlog enigszins uit het dal van
de economische crisis kroop, werd een
vierde verbinding gelegd. Deze bestond uit
twee afzonderlijke kabels die net als een
autoweg bestemd waren voor verkeer in
slechts één richting. Tevens luidde dit een
nieuw tijdperk in, want de aardsymmetri-
sche circuits waren vervangen door één
coaxiaal aderpaar per kabel. Hierbij lag