den duur onverstaanbaar. Een redelijke
overdracht van een gesprek was afhanke
lijk van de lengte van de kabelverbinding
en boven een bepaalde lengte was 'telefo
nische gemeenschap' niet mogelijk.
Engeland, een zee te ver
In het midden van de jaren negentig van
Engelse 'cable hut', de overgang van de zeeka
bel op de bovengrondse lijn. (coll. A.C. de
Bruin)
de negentiende eeuw gingen er in Neder
land stemmen op voor een rechtstreekse
telefoonverbinding met Engeland. Deskun
digen bezwoeren dat zo'n verbinding van
wege de te grote afstand slechts te verwe
zenlijken was als gecombineerde land- en
zeelijn via Frankrijk en België. En dat was
nu juist niet de bedoeling, Vooral het Ne
derlandse zakenleven wilde een recht
streekse verbinding, dat wil zeggen zonder
dat er een kans was dat anderen onder
weg meeluisterden.
De Nederlandsche Kamer van Koophandel
in Londen peilde op 18 oktober 1894 per
circulaire bij haar leden de animo om ge
richt te gaan streven naar een rechtstreek
se verbinding met Engeland. Kort nadien
bleek uit een bericht van gelijke strekking
in de Nieuwe Rotterdamsche Courant dat
al op 16 juni 1894 door de hoofdingenieur
van de Rijks Telegraaf, J.M. Colette, proef
nemingen waren uitgevoerd op de tele
graafkabels vanuit Zandvoort naar Ben
acre en Lowestoft. Hieruit was gebleken
dat een dergelijke verbinding niet onmoge
lijk was. Uiteindelijk zou de eerste telefoon
kabel met Engeland in een uithoek van het
land terechtkomen, in Domburg. Deze ka
bel landde dus niet op een ten opzichte
van Amsterdam meer voor de hand liggen
de plaats als Katwijk of Zandvoort.
Het werd eerst nog een tijdje stil, want
Colette had alleen aangetoond dat er van
af het strand aan beide kanten van de
Noordzee een gesprek kon worden ge
voerd, maar de verzwakking was dan al zo
ver gevorderd dat er aan verlenging van
deze verbinding landinwaarts niet meer te
denken viel. De telefonische weg naar En
geland liep noodgedwongen dus nog
steeds via België. Engeland was nog 'een
zee te ver'.
Maar de tijd stond niet stil. Theorieën en
op grond daarvan ontwikkelde middelen
kwamen beschikbaar om de reikwijdte van
kabels te vergroten.
De keuze voor Domburg
Het duurde nog tot 1913 voordat het be
sluit viel alsnog te gaan werken aan een
rechtstreekse verbinding met Engeland. Er
werd een vieraderige kabel bij Siemens
Brothers and Cy te Woolwich besteld. Voor
de oversteek van de Noordzee moest ge
kozen worden voor de kortste route, die
tussen Aldeburgh (Suffolk) en Domburg,
met een lengte van 82 zeemijl (152 kilo
meter). De kortst mogelijke oversteek van
uit ons land liep eigenlijk van Westkapelle
naar Orford Ness in het graafschap Suf-