ïz
*- ~4W v- •wU
«a, rtw *&«-• fc-k «s. -"'Pr
ff
r-ci.
Ijelii tJ^asL UU"*"
Oorkonde van graaf Willem III van 23 mei
1314, waarin de stichting wordt geregeld van
de kapel in de Nieuwe Polder. (Zeeuws Archief,
archief OLV-abdij, inv.nr. 407, regest nr. 132)
ook voor de Wolfertspolder. Die polder lag
dan echter wel erg ver van de kerk van
Serooskerke verwijderd, zeker meer dan
een uur lopen! Bij de bevolking zal dat de
roep om een eigen kerk extra hebben aan
gewakkerd.
Wat gebeurde er nu in 1314? In de oor
konde van 23 mei van dat jaar, uitgevaar
gen het recht had om bij de bisschop van
Utrecht - want onder diens bisdom ressor
teerde Zeeland - kandidaten voor te dra
gen voor de functie van pastoor in Seroos
kerke, met bovendien het speciale recht
om als pastoor een kloosterling uit zijn ei
gen abdij voor te dragen. De kerk van Se
rooskerke was dus voor de abdij van Mid-
tv'-
Ant trut
jctZ rr ^murofTiSïï'.». .j-J^vpr*
1 It fl - S'
^S>.» «t i
^ïte Si.
»14T" tuior
^1 cnSc'
4P»*5iir *ir XV»,"3i<—
f
4) c<c«i- «2»S»L-
digd door graaf Willem III, werd bepaald
dat in de Nieuwe Polder een kapel zou
worden gesticht. En met de term kapel
werd in die tijd een parochiekerk bedoeld
die nog niet volledig zelfstandig was, waar
soms niet alle sacramenten mochten wor
den bediend, zodat men bijvoorbeeld voor
de doop van kinderen nog naar de moe
derkerk toe moest, dus in dit geval naar
die van Serooskerke.
De oorkonde van 23 mei was kennelijk het
resultaat van onderhandelingen tussen
drie partijen: de bewoners van de Nieuwe
Polder, vertegenwoordigd door hun heer
Wolfert II, de abt van de norbertijner abdij
in Middelburg en graaf Willem III. De abt
van de Middelburgse abdij was belangheb
bende omdat hij het patronaatsrecht bezat
van de kerk van Serooskerke, dat wil zeg-
delburg een bron van inkomsten, zodat het
voor het klooster in principe ongunstig zou
zijn wanneer de Wolfertspolder van Se
rooskerke zou worden afgesplitst; de pa
rochie Serooskerke zou dan immers qua
aantal parochianen kleiner worden.
Een punt van onderhandeling was in 1314
wie het patronaatsrecht van de nieuwe ka
pel zou krijgen. Wie zou straks een priester
bij de bisschop in Utrecht mogen voordra
gen voor de functie van kapelaan? Dat
recht ging naar graaf Willem III, en wel om
de volgende reden. In de oorkonde van 23
mei staat, zoals gezegd, dat al rond 1250