29 Onderhoud Over aanschaf en onderhoud van de vaar tuigen is weinig bekend. Wel zijn er twee kasboeken van buitenplaatseigenaren die enig licht werpen op de praktijk. Het gaat om Toornvliet en Poppenroede Ambacht. Galenus Tresel Bevers, eigenaar van Toornvliet, betaalde in 1757 Adriaan Ver- reeke "voor 't repareeren van 't scheepje". In 1766 kreeg Verreeke opnieuw een be taling "voor 't callefaten van mijn schuyt".6 Hij had een vaste aannemer voor dit werk, die hij waarschijnlijk vanwege zijn specia listische kennis daarvoor inhuurde. Daniel Radermacher maakte in zijn kas boek regelmatig melding van onderhouds werkzaamheden aan de boot op zijn bui tenplaats Poppenroede Ambacht. Hij liet die uitvoeren door de scheepswerf van de Commercie Compagnie in Middelburg. Ook komt de naam van scheepstimmerman Ary van Dijk enkele malen voor in de rekenin gen. Onduidelijk is of deze als zelfstandige werkte of in dienst was van de compagnie.7 Verder leverde Engel Hoogerheyden in 1780 "sloeptuyg", waarmee kabels en zei len bedoeld zullen zijn. Radermacher ken de Hoogerheyden vooral als kunstenaar en bestelde regelmatig tekeningen van sche pen bij hem en liet hem zijn schilderijencol- Gezicht op kanaal met zeilbootje van het huis Poppenroede Ambacht aan de Seisweg te Mid delburg. Detail van aquarel door jan Arends, 1772. (Zeeuws ArchiefXZGW, Zl-11inv.nr. 771)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 31