Hoog en laag
op Walcheren
22
De grond van ons heem (III)
Al twee keer eerder bogen we ons over de
vraag wat de hoogtekaart (www.ahn.nl)
ons leert over de grond onder onze voeten.
Voor de derde en laatste keer willen we
deze vraag beantwoorden. Ditmaal aan de
hand van een fragment dat de hoogtelig
ging van het gebied tussen Valkenisse en
Krommenhoeke kleurrijk in beeld brengt.
Linksonder op deze kaartuitsnede zien we
een klein, roodbruin gekleurd stukje van de
duinen tussen Zoutelande en Valkenisse.
Hier bereiken de Walcherse duinen hun
grootste hoogte: bijna 52 meter boven
NAP. Niet toevallig wordt deze plek door
paragliders uitgekozen om aan een vlucht
te beginnen. Dominant op het hier afge
beelde fragment van de hoogtekaart loopt
van noordwest naar zuidoost een vrij brede
kreekrug, geel gekleurd. In het noorden het
dorp Meliskerke; zuidelijker en nog wat
hoger dan de rug zelf het dorp Biggekerke
(met twee rode stipjes voor de twee vlied
bergen). Ten noordwesten van Biggekerke
is heel duidelijk het rechthoekige en deels
omgrachte terrein van de voormalige bui
tenplaats en boerderij 't Hof Grijpskerke te
herkennen. Evenwijdig aan en oostelijk van
de rug Meliskerke-Biggekerke ligt een veel
smallere en ook lagere, groen en geel ge
kleurde kreekrug met daarop Krommen
hoeke (met de berg). Krommenhoeke is
een voorbeeld van een zogenoemd ge
krompen dorp. Het had door de ligging op
een smalle kreekrug veel minder groeimo
gelijkheden dan andere dorpen. Nadat het
waarschijnlijk al op het einde van de zes
tiende eeuw zijn kerk verloren had ten ge
volge van schermutselingen tussen geuzen
en Spaansgezinde troepen viel het in om
vang terug tot een gehucht. Het vroegere
kerkhof is tegenwoordig in gebruik als mini-
camping.
Naast roodbruin, groen en geel komt na
tuurlijk ook op dit kaartfragment de kleur
blauw voor; daarmee worden de laaggele
gen poelgebieden tussen de kreekruggen
aangeduid.
Een intrigerend element is de strook die
vanaf de duinen in het zuidwesten naar het
noordoosten in de richting van Poppen-
damme loopt, net buiten dit kaartfragment.
Ook dit is een kreekrug, maar de kleur
groen geeft aan dat deze lager is dan de
rug Meliskerke-Biggekerke. Bovendien is
de oorspronkelijke kreek niet volledig dicht
geslibd, waardoor er hier en daar iets van
een bedding valt te bespeuren. Deze rug
ligt niet alleen lager, maar is ook jonger
dan de andere kreekruggen in de omge
ving. De laatste hadden zich al in een vroe
ger stadium geleidelijk aan ontwikkeld van
in het veen uitgeslepen kreken tot volge-
slibde en boven de omgeving uitstekende
kreekruggen. Door latere inbraken van de
zee ontstonden echter weer nieuwe kreken
die zich nieuwe wegen baanden, maar
deels ook de dichtgeslibde loop van oudere
kreken uitspoelden. Vanuit het zuidwesten
heeft de desbetreffende kreek de oudere
kreekrug Meliskerke-Biggekerke als het
ware doorboord. Nog in de elfde eeuw be
stond er een opening in de duinkust, zodat
de kreek toen verbinding had met zee.
Rond 1200 wordt de naam Poppendamme
voor het eerst genoemd, aanwijzing voor
het feit dat de kreek daar, dus vrij ver land
inwaarts, inmiddels was afgedamd. Verder
dan Poppendamme kon het zeewater het
eiland daarna niet meer binnendringen.
Mogelijk heeft men bij of in de dam een