23
len is gebleken te zijn een jacht naar een
zwarte kat in een pikdonkere kamer waar
helemaal geen kat is." De Poverni-kastjes
waren volgens de commissie "het toppunt
van onnozelheid".
Lein Harpe reageerde op dat rapport met
een ingezonden brief die de PZC plaatste
op 31 mei 1954. Hij stelde dat aardstralen
wel degelijk bestonden en door hem waren
op te sporen. In een redactioneel com
mentaar klonk vilein: "Het zeer degelijke
onderzoek door de Koninklijke Academie
van Wetenschappen overtuigt blijkbaar niet
iedereen. Maar wie had dat ook verwacht?"
Geen vetpot
Mevrouw Hillebrand-Harpe (82), dochter
van Lein Harpe, was vijftien jaar toen haar
vader op een avond opgewonden thuis
kwam. "Mijn vader had een wichelroedelo
per aan het werk gezien en had gevraagd
of hij het ook eens mocht proberen. Hij zei
dat bij hem de wichelroede sterker uitsloeg
dan bij de man die ermee aan het werk
was. In de eerste jaren na de oorlog was er
op Walcheren een groot gebrek aan zoet
water, mede ten gevolge van de inundatie.
Toen werd er vaak een beroep gedaan
op mijn vader. Hij spoorde dan met zijn
wichelroede plekken op waar het best een
put geslagen kon worden. Hij vond altijd
wel een waterader, niet altijd zoet water
trouwens."
Ze vindt het jammer dat de wichelroedelo
per uit het straatbeeld verdwenen is. Zo'n
twintig jaar geleden heeft ze er voor het
laatst een aan het werk gezien. "Dat was
toen hier in de straat, het Langeweegje in
Koudekerke, de riolering vernieuwd werd.
In de periode dat mijn vader gevraagd
werd te helpen bij het slaan van waterput
ten was er nog iemand op Walcheren, de
naam ben ik kwijt, ik meen uit Meliskerke,
die dat ook kon.
Tas met inhoud van Harpe. (foto Jan Moekotte)