BOERDERIJNAMEN OP THOLEN No. i ZEEUWS TIJDSCHRIFT lands zou blijven. Het opperste regerings college der Republiek, de Staten-Generaal, hield het bestuur van deze streek in eigen hand; als veroverd land behield het de positie van wingewest. Zeeland en Vlaanderen waren voortaan door een dubbele barrière gescheiden: de Schelde- mond èn het generaliteitsland, dat ten zuiden van de rivier lag. Van culturele of econo mische relaties was nauwelijks sprake meer. Nieuwe Vlaamse invloeden op Zeeland waren sindsdien uitgesloten! L. W. DE BREE NASCHRIFT: Een schets over de invloeden van een bepaalde gemeenschap op de ontwikkeling van een andere heeft gewoonlijk tot doel, te doen uitkomen wat het eigene is en wat het ontleende. Zo ook hier. Ten aanzien van de verhandeling zelf acht ik mij verplicht de lezer op gelijke wijze voor te lichten. Eer ik met het schrijven van het eerste artikel voor het Zeeuws Tijdschrift begon, heb ik menigmaal over het onderwerp gesproken met mijn mederedacteur H. Pieters. Van zijn kennis betreffende de literatuur over Zeeland en zijn bewoners heb ik rijkelijk geprofiteerd en het schema voor deze bijdrage was dan ook eer van hem dan van mij afkomstig. d. B. LITERATUUR: J. H. Bekouw: Bannelingen en vluchtelingen uit Ronse (Renaix). Naarden, z.j. M. van Empel en H. Pieters: Zeeland door de eeuwen heen. Middelburg 1935. I. H. GossesDe rechterlijke organisatie van Zeeland in de middeleeuwen. Groningen 1917. P. J. Meertens: Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der zeventiende eeuw. (Proefschrift) Amsterdam 1943. M. P. Rooseboom: The Scottish staple in the Nether lands. 's-Gravenhage 1910. Z. W. Sneller: Walcheren in de 15e eeuw. (Proef schrift) Utrecht 1916. W. S. Unger: Middelburg als handelsstad. Archief Zeeuwsch Genootschap 193 5 W. S. Unger: De monumenten van Middelburg. Maastricht 1941. F. A. J. Vermeulen: Handboek tot de geschiedenis der Nederlandsche bouwkunst. 's-Gravenhage 1928. J. J. Vriend: De bouwkunst van ons land: De steden. Amsterdam 1949. Zeer vele boerderijen in Zeeland hebben een naam. Zeker geldt dit voor de grotere be drijven. Op Tholen b.v. is zeker tenminste 90 van de boerderijen boven 20 ha onder een naam bekend, hetzij, dat dit een nieuwere door de bewoner geschonken naam betreft, hetzij dat dit een naam is die van oudsher uit overlevering voor de hoeve bekend is. Dit eerste artikel behandelt namen van boerderijen in de Gemeente Oud-Vossemeer op Tholen. Het schrijven van dit overzicht is slechts mogelijk geworden door de zeer gewaardeerde medewerking van de Gemeente-Secretaris van Oud-Vossemeer, de heer W. van der Ploeg, die zeer vele historische gegevens, op het onderwerp betrekking hebbende, destijds uit het oud-archief heeft verzameld en welwillend ter beschikking stelde. Er bestaat in Nederland een boek over boerderijnamen van de hand van Pater Vin cent van Wijk, waarin een schat van gegevens voorkomt. De schrijver, die in Oldenzaal woonde, was echter vooral goed bekend in het Oosten des lands. Zeeuwse boerderijnamen vinden we in zijn werk betrekkelijk weinig en dan nog meer als voorbeeld genoemd. Van Tholen troffen we totaal slechts een vijftal namen aan. Des schrijvers kracht ligt in namenstudie en -afleiding. De geweldige hoe veelheid namen die hij heeft verzameld, maakten het hem onmogelijk voor al die ge vallen ook eventuele historische bronnen of verklaringen op te sporen. Op Tholen heeft Hcllestelle Sr. veel aan naamsafleiding gedaan, vooral op het gebied van het polderwezen, waarover deze voor malige provinciale waterstaatsambtenaar een grondleggend werk geschreven heeft. Jhr Ver- heije van Citters bedreef deze kunst reeds op zeer ruime wijze in zijn in 1850 verschenen: „Opkomst en Aanwas van de Ambachtsheer lijkheid Poortvliet".

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1950 | | pagina 11