invloed van de stornnvloedkering op natuur en milieu van de oosterschelde 45 Onder normale omstandigheden ne men we aan dat een proces als denitrifi- catie (nitraatreductie tot gasvormig N2 dat naar de atmosfeer ontwijkt) als compensatie dient voor de belasting van het meer, via polder- en regenwa ter, met stikstofhoudende voedings stoffen. Als er grootschalige gelaagd heid van watermassa's optreedt en de bodem dus ook volledig zuurstofloos wordt, vindt er onvolledige afbraak plaats van organisch materiaal: de nitri- ficatie (aerobe omzetting van ammo nium via nitriet naar het stabiele nitraat) stagneert. Er komt dus geen nitraat be schikbaar voor het denitrificatieproces. Wel is er een overvloed aan ammonium dat een uitstekende voedingsstof is voor microalgen zoals fytoplankton. Het fytoplankton gaat dientengevolge bloeien en het surplus aan stikstof wordt niet meer afgevoerd naar de at mosfeer via denitrificatie. Dit verhaal eindigt met een voortschrijdende zuur stofloosheid van de bodem, aangezien de vraag naar zuurstof veel groter is dan het aanbod. Anaerobe processen gaan overheersen, zoals de sulfaatreductie met de vorming van het toxische sulfi de: bodemdieren sterven af en wortel stokken van waterplanten gaan dood. Gebruik van de stormvloedkering De kering in de mond van de Ooster schelde is primair gemaakt om zijn taak te vervullen bij stormvloeden, dat wil zeggen dat de schuiven die onder nor male omstandigheden altijd open staan, dan dicht moeten. Er zijn ver scheidene scenario's ontworpen voor het sluiten van deze schuiven. Als een voorspelde hoogwaterstand een zekere grens (sluitpeil) zal passeren dan gaat de kering dicht. Het kan ook gebeuren dat een actuele hoogwaterstand aanlei ding geeft tot een sluiting (alarmpeil). Het is niet noodzakelijk om alle door- stroomopeningen gelijktijdig geheel af te sluiten. Het getij kan worden gerekt (langere getijcyclus) of worden ge dempt (geringer getijverschil) door een deel van de schuiven te sluiten. Het aan tal variaties met de meer dan zestig schuiven is legio. Belangrijk voor het milieu is de vraag hoe vaak en hoe lang achter elkaar de kering kan worden gesloten zonder onomkeerbare schade aan het oeco- systeem aan te richten. Hoe vaak is nog niet precies bekend: dat hangt in hoge mate af van het sluitpijl dat men als vei lig wenst te accepteren. Naar verwach ting zal sluiting niet vaker dan één of enkele keren per jaar behoeven te ge beuren. Hoelang sluiten? 's Zomers is het oeco- systeem het meest gevoelig voor ver storing. Twaalf uur is dan aanvaard baar, langere tijd stagnerend water kan kritiek worden voor het dierlijk leven, vooral als dat in dichte pakking (op mosselbedden bijvoorbeeld) voorkomt. Ook moet de golfaanval op randen van platen en erosiekliffen niet langer du ren, anders treden er onomkeerbare geomorfologische veranderingen op. De aanwezigheid van de stormvloedke ring nodigt uit tot een veel uitgebreider gebruik dan alleen bij optredende stormvloeden. De constructie biedt on gekende mogelijkheden. Ik noem er en kele. Men kan door de schuiven te slui ten voorkomen dat een verontreiniging - een olievlek van een voor de kust ge broken tanker bijvoorbeeld - de zeearm binnenkomt. Men kan er de berging van een gestrand schip in de zeearm mee vergemakkelijken. Men kan er de be vriezing van schelpdieren in de winter mee voorkomen. Men kan er de kosten van onderhoudswerken mee drukken, enz., enz. Heel interessant zijn ook de uitspraken van de groep die beweert dat de natuur- en milieuwaarden door manipulaties met de kering kunnen worden geoptimaliseerd. In dezeoptïek kan een goed functionerend oecosy- steem planmatig worden gecreëerd, een vorm van grootschalige natuur- bouw dus. Daarbij denkt men aan een optimum van soortenrijkdom enerzijds en produktiviteit anderzijds. Er schuilt een gevaar in deze redenering. Men dient zich te realiseren dat het „optima liseren" van een zeer ingewikkeld getij demilieu met een uiterst gecompliceerd samenspel van fysische en chemische factoren, met duizenden soorten en nog veel meer interacties tussen die soor ten, niet behoort tot de menselijke mo gelijkheden. Wat je wint op het ene front, verlies je op het andere. De eerste doelstelling van de kering blijft beveiliging tegen stormvloeden. Elke andere gebruiksmogelijkheid is een afgeleide die getoetst moet worden Doordat het getijverschil met ongeveer 20 afneemt zal de begroeiing op de zeedijken zich opnieuw moeten gaan instellen. (Foto: Renë Kleingeld)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 5