P.J. VAN DER KOORDE
trouw en verraad tijdens de nederlandse opstand
karakterschets aldaar op pag. 129.
4). P. Geyl, Geschiedenis van de Nederlandse Stam
(6 dln.; Amsterdam-Antwerpen 1 961II, 334-
337.
5). H. Pirenne, Histoire de Belgique (7 dln. Brussel
1 907-1 932) IV, 1 37 en 1 56. Geyl bekritiseer
de, zijn gewoonte getrouw, Pirennes standpunt
zeer fel: P. Geyl, Noord en Zuid. Eenheid en
tweeheid in de Lage Landen (Utrecht-Antwer-
pen 1960) o.a. 125 en 133-134.
6). Over Filips' beleid en de achtergronden ervan is
zeer veel geschreven. Men zie onder andere: H.
Lapeyre, „Autour de Philippe II". Bulletin hispa-
nique 59(1957) 15 2-175.J.C.Ru Ie en J.J.Te
Paske, The Character of Philip II. The Problem of
Moral Judgments in History. Lexington (Mass.)
1 963. H. G. Koenigsberger, „The Statecraft of
Philip II". European Studies Review 1 (1971) 1-
21S. Groenveld, „Godsdienst en politiek bij Fi
lips II". Ketters en Papen onder Filips II. Cata
logus Tentoonstelling Catharijneconvent
(Utrecht 1986) 8-25.
7). Zie o.a. M. Baelde, De Collaterale Raden onder
Karei V en Filips 1/(1531-1578). B russel 1 96 5
500 Jaren Staten-Generaal in de Nederlanden.
Van Statenvergadering tot volksvertegenwoordi
ging. Assen 1 964.
8). S. Groenveld, „Natie en nationaal gevoel in de
zestiende-eeuwse Nederlanden". Scrinium et
Scriptura. Opstellen aangeboden aan J. L. van
der Gouw (Groningen 1980) 372-387. Vgl.
voor deze periode: G. Malengreau, L'EspritPar-
ticu/ariste et la Révolution des Pays-Bas au XVIe
siècle (1578-1584). Leuven 1936.
9). Geciteerd door Wesseling, Geschiedenis van
Axel, 94. Vgl. Van Waesberghe, „Oorlog", 61-
62, 65-66, 72. Dezelfde mentaliteit overheers
te ook bij de verovering van Axel, dat als een
buffer voor Zeeland moest dienen, evenals het
in 1 583 veroverde Terneuzen. P. Dieleman, De
verovering van Axel door prins Maurits in 1586
en de onmiddellijk daaraan voorafgaande tijd
(Terneuzen 1936) 36-41.
,0). H. van der Wee, The growth of the Antwerp mar
ket and the European economy. 3 Dln. 's-Gra-
venhage 1 963.
n). K. W. Swart, „Wat bewoog Willem van Oranje
de strijd tegen de Spaanse overheersing aan te
binden?" Bijdragen en Mededelingen betreffen
de de Geschiedenis der Nederlanden (1984)
553-572.
,2). Voor een overzicht van de gebeurtenissen: S.
Groenveld e.a.. De kogel door de kerk? De Op
stand in de Nederlanden 1559-1609. 2e Druk.
Zutphen 1 983.
,3). H. A. Enno van Gelder, „De Nederlandse adel en
de Opstand tegen Spanje". In diens Van Beel
denstorm tot Pacificatie (Amsterdam-Brussel
1964) 138-169, aldaar 158-168. J. C. Boog
man, „De overgang van Gouda, Dordrecht, Lei
den en Delft in de zomer van het jaar 1 572".
Tijdschrift voor Geschiedenis 57 (1942) 81-
1 1 2.
,4). H. Lademacher, Die Ste/lung des Prinzen von
Oranien a/s Statthalter in den Niederlanden von
1572 bis 1584 (Bonn 1 958) 69-70.
,5). B. de Mendcxpa, Commentaires sur les événe-
ments de la guerre des Pays-Bas 1567-1577 (2
dln.; Brussel-'s-Gravenhage 1860-1863) I,
339.
16)_ W. S. Unger, Geschiedenis van Middelburg in
omtrek (2e druk; Middelburg 1 966) 32-33. P.J.
Meertens, Letterkundig leven in Zeeland in de
zestiende en de eerste helft der zeventiende
eeuw (Amsterdam 1 943) 1 95. L. J. Rogier, Ge
schiedenis van het katholicisme in Noord-Neder
land in de zestiende en zeventiende eeuw (3e
druk, 5 dln.; Amsterdam-Brussel 1 964) II 238-
239.
,7). N. van der Zijpp, Geschiedenis der Doopsgezin
den in Nederland (Arnhem 1952) 133-1 34.
'8). Over de Pacificatie, haartotstandkoming en ge
volgen: Opstand en pacificatie in de Lage Lan
den. Bijdrage tot de studie van de Pacificatie van
Gent. Gent 1976. Tijdschrift voor Geschiedenis
89 (1976) 297-444.
,9). J. J. Woltjer, „Het Noorden en de Pacificatie van
Gent". Opstand en Pacificatie, 79-98. H. A. En
no van Gelder, Revolutionnaire Reformatie (Am
sterdam 1943) 34-45, 98-106. Lademacher,
Ste/lung, 71 -94.
20). J. Decavele e.a.. Het eind van een rebelse droom
(Gent 1984), 40-52. Dez., „De mislukking van
Oranjes „democratische" politiek in Vlaande
ren". Bijdragen en Mededelingen betreffende de
Geschiedenis der Nederlanden 99 (1 984) 626-
650.
21). Mij vriendelijk meegedeeld door drs. A. M. J. de
Kraker te Axel. Een aantal bestuurderen wordt
vermeld door Dieleman, Verovering, 2127, 39.
22). J. J. Woltjer, „De Vrede-makers". Tijdschrift
voor Geschiedenis 89 (1 976) 299-321
23). C. H. Th. Bussemaker, De afscheiding der Waal-
sche gewesten van de Generale Unie (2 dln.;
Haarlem 1 895) I 284-293, 324-325. Decavele,
„Mislukking", 631 en n. 25.
24). Ibidem, passim. H. de Schepper, „De mentale
rekonversie van de Zuidnederlandse hoge adel
na de Pacificatie van Gent". Tijdschrift voor Ge
schiedenis 89 (1976) 420-428. P. van Pete-
ghem, „Vlaanderen in 1576: revolutionair of
reactionair?" Ibidem 335-357.
25). L. Delfos, Die An fan ge der Utrechter Union
1577-1587. Berlijn 1 941S. Groenveld en H. L.
Ph. Leeuwenberg (red.). De Unie van Utrecht.
Wording en werking van een verbond en een ver-
bondsacte. 's-Gravenhage 1979.
26). F. U. Ros, Rennenberg en de Groningse Malcon
tenten. Assen 1 964. L. J. Rogier, „Rennenbergs
afval". In diens Terugblik en uitzicht (2 dln.; Hil-
versum-Antwerpen 1965) II 13-23.
27). Dieleman, Verovering, 21, 27.
28). J. K. Oudendijk, „Den Coninck van Hispaengien
heb ick altyt gheeert". Dancwerc. Opstellen aan
geboden aan D. Th. Enklaar (Groningen 1 959)
264-278, aldaar 271.
29). P. A. M. Geurts, De Nederlandse Opstand in de
pamfletten 1566-1584 (2e druk; Utrecht
1978) 171-175, 233-238.
30). A. C. J. de Vrankrijker, De Motiveering van onzen
Opstand (2e druk; Utrecht 1979) 39-41, vgl.
142-146. E. Wolf, „Das Problem des Wider-
standsrechts bei Calvin". A. Kaufmann en L. E.
Backmann (red.), Widerstandsrecht (Darmstadt
1972) 152-1 69. Verwijzing naar het bijbelboek
Handelingen 5 29.
31). Marnix van Sint Aldegonde, „Brief recit de l'es-
tat de la ville d'Anvers" (1 585). A. Lacroix (red.),
Oeuvres de Ph. de Marnix de Sainte Aldegonde.
Ecrits po/itiques et historiques (Brussel 1859)
239-31 3, aldaar 289-290. Vgl. A.A. van Schel
ven, Marnix van Sint Aldegonde (Utrecht 1 939)
174-179.
32). J. C. H. de Pater, „Leicester en Overijssel". Tijd
schrift voor Geschiedenis 64 (1 951245-276,
aldaar 265, vgl. 259. Zie ook R. Reitsma, Centri
fugal and centripetal forces in the Early Dutch
Republic. The States of Overyssel 1566-1600
(Amsterdam 1982) 219-224. A. M. van der
Woude, „De crisis in de Opstand na de val van
Antwerpen". Bijdragen voorde Geschiedenisder
Nederlanden 14 (1959) 38-56 en 81-103, al
daar 51-53.
33). Groenveld en Vermaere, „Zeeland", 130-133.
34). H. de Schepper, „De markies van Havré, vrede-
maker en adellijk bureaucraat (1549-1613)".
S. Groenveld, M. E. H. N. Mout en I. Schöffer
(red.). Bestuurders en Geleerden. Opstellen aan
geboden aan J. J. Woltjer (Amsterdam-Dieren
1 985) 33-43.
35). Van Schelven, Marnix, 174-179.
36). Decavele, „Mislukking", 630 en 646.
Op de omslag kunt u lezen dat het
ZeeuwsTijdschrift de 37e jaargang is in
gegaan. Al die tijd heeft de heer Van der
Koorde het tijdschrift als administrateur
gediend. Hij vond nu - de 70 ruim
schoots gepasseerd - het ogenblik ge
komen een punt achter deze functie te
zetten. Steun en toeverlaat van secreta
rissen en penningmeesters had hij te
vens een goede band met abonnees en
lezers van het tijdschrift.
Het afscheid is in besloten kring gevierd.
Uit handen van de voorzitter van het be
stuur van het Zeeuws Tijdschrift, dr. C.
Boertien, mocht hij een boekwerk in ont
vangst nemen. In de 36 jaar van het tijd
schrift heeft de heer Van der Koorde
heel wat buien over zijn muts zien gaan,
ook in het bestaan van dit periodiek. Er
zijn tijden geweest dat het einde van het
tijdschrift nabij leek, maar de lucht
klaarde dan al spoedig weer op. De re
dactie van het tijdschrift sluit zich graag
aan bij de woorden van dank van de zijde
van het bestuur. De eindredacteur met
name dankt hem voor de prettige sa
menwerking.
Als opvolger van de heer Van der Koorde
is de heer J. de Koeijer te Yerseke be
noemd. Op de achterzijde van de omslag
vindt men de gegevens om met hem
contact op te nemen. De heer De Koeijer
is chef administratie bij de Stedelijke
Scholengemeenschap Middelburg. Wij
wensen hem voorspoed bij het werk
voor ons tijdschrift.