w. h. bal, antiquair te middelburg 14 was blijven staan maar de kasten en vi trines aan beide zijden waren gevuld met kommen, schotels, tabaksdozen en alle denkbare koopwaar. Er waren aan de straatkant twee kleine etalages waar in jarenlang dezelfde twee stenen hond jes en een oud boek of een paar kande laars werden tentoongesteld. Als men door de winkel naar achteren liep kwam men in de oude bakkerij. De oven stond er nog. Door een vide viel het daglicht naar binnen. Er moet ook er gens een opening in het dak geweest zijn want ik herinner mij dat op één van de schappen langs de wand een merel zijn nest had. Oom Willem toonde dat vol trots; hij hield van dieren. Ze hadden ook een grote kat, Cokkie, die meestal uitge breid midden op het pluchen tafelkleed lag te knipogen. Door de winkel kwam je ook in een don ker gangetje met links een deur voor de wc. Toen ik met de familie kennismaak te was dat nog een „doos" die van stads wege geregeld werd geleegd. Nader hand is dat allemaal gemoderniseerd. Aan het eind van de donkere gang ging je door een glazen deur rechts en dan stond je in de eetkamer of woonkamer. Deze had openslaande deuren naar een echte stadstuin, hoog ommuurd met wat grindpaden en gras-omzoomde perken waarin stamrozen. Ook waren daartwee waterputten. Ik weet niet of zij ooit wer den gebruikt. Er stonden twee grote ste nen leeuwen met een wapenschild, zoals men ziet bij grote huizen of buitenplaat sen. De woonkamer was betrekkelijk klein. Een grote tafel met pluchen kleed (met de poes erop) stond in het midden. Daar omheen en ook hier en daar tegen de muren mooie oude iepehouten stoelen. Verder een ouderwetse theetafel met glazen deurtjes die opvielen, tegenge houden door koperen kettinkjes. Op de bovenkant en in het kastje eronder twee zelfgeborduurde kleedjes van wit katoen met rode kruissteekjes en gehaakte „entre-deux". Als men door de woonkamer weer naar de straatkant liep was er eerst een tus- senkamer, ook met een grote tafel in het midden en een prachtig oud bureautje aan de wand. De muur ertegenover be stond uit een ingebouwde kast en een bedstêe die natuurlijk niet als zodanig werd gebruikt maar meer een opberg ruimte was voor onder meer een collec tie wijn. Uncle W. hield van een goed glas wijn, een goede sigaar en een lekke re maaltijd. Na de tussenkamer kwam men in de zitkamer die aan de straatkant gelegen was. Ook daar stond in het mid den een tafel met mooie stoelen erom heen, onder andere een Dagobert-stoel met lederen zitting waarop een prachtig goudgeel velours d'Utrecht-kussen, met dons gevuld, omzoomd met een zijden franje. Aan de wand een Biedermayer boeken kast met glazen deuren. Aan de tegeno verliggende muur oom Willems eigen bureau met een geheime lade en pane len die konden draaien. Tussen de beide vensters een penant-spiegel uit de tijd der Lodenwijken. Prachtige miniaturen sierden de muren en waar je ook maar keek stond iets moois. De gordijnen tus sen de kamers waren van een doorschij nende stof. Madras genaamd. Zij waren van een donkere blauw-groene kleur met een motief van roze-rode bloemen en appels en groene bladeren. Ze waren afkomstig van het kraambed van Uncle W's moeder. Ik ben nog lang niet klaar met het be- De Oude Zeeuwschc Boterbal; i> ela.arsbak.ke n; Da Firma W. G. Ba' Kroinaio Weele L 26-27 ■vUDDELBUR schrijven van het huis want als je in de eetkamer links door een glazen deur ging, stond je in de keuken die betrekke lijk ruim was. Het allermooiste daar was een ouderwetse pomp, groen geverfd en met blinkend koper bekleed. Ik kan me verder van de keuken niet veel meer her inneren, alleen dat tegen de achterwand latten waren getimmerd waarop tiental len prachtige tegels waren tentoonge steld. Er zal ook vast en zeker een petro leumstel hebben gestaan maar er werd op gas gekookt. De keuken had nog een deur waardoor men in het portaal kwam van het tweede huis. In dat portaal stonden twee meer dan levensgrote bustes van Romeinse keizers. Een trap, oud en krakend, voer de naar boven. Langs de muur in op gaande lijn een groot aantal Engelse gravures achter glas, in mahoniehouten lijsten. Boven was een grote zolder vol met kasten, kabinetten, tafels, stoelen en kisten met onder andere duizenden tegels. Een grote kast met honderden waardevolle boeken, geschriften en at lassen, een loopfiets en onderdelen van klederdrachten zoals luifelhoedjes en parasolletjes. Als men de kasten opende zag men tien tallen kommen en vazen van porselein, wit, blauw en gekleurd. Kleine Chinese en Japanse fig uurtjes, flesjes van glas en porselein in alle maten. In de laden van sommige kabinetten lagen honderden oude landkaarten, kaarten van steden en dorpen en bijzondere etsen en tekenin gen. Dezolderzelf wasarmoedig, kraak te aan alle kanten en was zelfs niet be schoten zodat men de dakpannen zag liggen. We gaan terug langs de krakende trap, door de keuken, de eetkamer en het donkere gangetje naar de winkel. Daar was nog een deur die toegang gaf naar een trap naar boven. Boven was een kleine overloop waarop vier of vijf deuren, dat weet ik niet meer precies, uitkwamen. Daar waren de slaapkamers van tante Sanne, tante Koosje en van oom Willem. Daar was ook de werkplaats van Uncle W. Een grote werkbank, bankschroeven en langs de wanden, keurig verzorgd, alle mogelijke gereedschap van de fijnste beiteltjes tot de grofste hamers. Grote dozen en kisten vol hang- en sluitwerk uit verschillende tijdperken. Hier werden

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 20