eeuwige wisseling en het streven naar harmonie 21 Mw. L. H. Drabbe-Boogaert. (Foto J. K. van Elsacker). De Mantilla (1924). Bibi Lantsheer (1924). (Foto J. K. van Elsacker). Bevroren Zee (1 91 6). (Foto J. K. van Elsacker). Hoe heeft Mies Elout-Drabbe zich in de ze en later jaren ontwikkeld? Toorops invloed is duidelijk aanwezig in al haar werken, maartoch hebben zij on miskenbaar een eigen stijl. Haar grootste begaafdheid ligt in de portretkunst. Ze portretteerde meestal in opdracht; haar portretten zijn dan ook in den lande verspreid. Voor haar lag het accent op de persoonlijkheid van de ge portretteerde. Veel van haar portretten zijn kinderportretten, vaak met potlood getekend en met een enkele vage kleur aanduiding. In deze portretten spreken vooral de ogen. De spiegels van de ziel, zou je kunnen zeggen. De gezichten ga ven immers nog niet veel door het le ven getekende" trekken weer. Voor haar andere portretten gebruikte ze naast olieverf ook wel krijt. Onder haar land schappen, dorpsgezichten en stillevens bevinden zich eveneens vele bijzondere. Ze pointilleerde tot rond de eerste wereldoorlog. Meest olieverfschilderij en en kleurpotloodtekeningen van land schappen en dorpsgezichten. Haar stil levens schilderde ze vaak met olieverf en in naturalistische stijl. Er bestaat nog veel werk van Mies Elout- Drabbe, van „vingeroefeningen" tot

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 27