eeuwige wisseling en het streven naar harmonie 23 De eeuwwisseling was niet ongemerkt verlopen: in datzelfde jaar 1 903 dichtte Henriëtte Roland Holst: Op de kentering der tijden geboren in onze oogen nog de ondergangen van de oude werelden die verbieeken, onze lippen geplooid ten nieuwen groet en in ons hart een tweedracht van verlangen naar droomen van weleer, die wij verloren naar de nieuwen, wier bloesems openbreken In Domburg evenwel was „ia belle épo que" (zij het op hollandse wijze) nog in volle gang. Het tijdperk van dr Mezger zou plaats maken voor het tijdperk van de schilders, maar pas aan het einde van de eerste wereldoorlog werd duidelijk dat er veel was veranderd in Europa. De 1 9e eeuw van de industrialisatie, van de enorme technische groei, van het so cialistisch realisme, van de grote cultu rele bloei en het opkomend nationalisme had vele spanningshaarden in het leven geroepen, die lang ondergronds zouden smeulen, maar zich uiteindelijk ontlaad den in de eerste wereldoorlog. „In dem rast ein altes Jahrhundert sich zu Ende", schreef Stefan George. De schildersbent van Toorop had er tot de eerste wereldoorlog niet veel van ge merkt; Domburg lag toch wel enigszins geïsoleerd ende aandacht werd volledig opgeeist door de succesvolle tentoon stellingen en de mogelijkheid in een prachtige, inspirerende omgeving van gedachten te wisselen met gelijkgezin den. In het atelier van Toorop en in dat van Mies Elout-Drabbe werd urenlang over kunst gepraat. Paul Schultze, Arthur van Schendel, Rik Roland Holst, Mondriaan, allen konden ze hun ideeën bij Mies Elout-Drabbe kwijt. Haar milde, contemplatieve karak ter stond open voor alles wat men aan haar wilde toevertrouwen en altijd wist ze zelfs in het meest negatieve nog iets goeds te ontdekken. Het leek wel of de Neo-Romantiek - eer der constateerden we al dat de Roman tiek eigenlijk helemaal niet was verdwe nen, maar bij alle nieuw opkomende stromingen op de achtergrond aanwezig was - zich in Domburg onbeperkt kon ontplooien. Wèl plaats voor fin-de-siècle gedachten -noodlot, voorbeschikking, de raadselen der kosmos, een directe natuurverbon den heid. Alleen al de zee deed je denken aan het panta rhei van Herakleitos. Elke these had steeds weer haar antithese, maar daaruit volgde lang niet altijd een synthese. En juist naar synthese zou Mies Elout- Drabbe haar leven lang streven. De kèrn van de schoonheid was wat ze op het schildersdoek wilde neerzetten, in har monie met de (veranderlijke) omringen de natuur. Géén plaats in Domburg voor het „herfstelijke" element van de over gangsfase tussen neo-romantiek en ex pressionisme, de vergankelijkheidsge dachten van Rilke1 875-1 926) met hun suggestie van dreigende onontkoom baarheid. Tijdens de eerste wereldoorlog waren er weliswaar (Belgische) vluchtelingen in Domburg en hadden ook(wèl) gemobili seerde soldaten er een onderkomen ge vonden, maar toch ging de oorlog vrij wel aan het neutrale Nederland voorbij. Pas in 1918 werd het voorde Domburg- se kunstenaars duidelijk dat er veel was veranderd: Toorop was oud geworden. Hart Nibbrig was overleden, Mondriaan had zich voorgoed in het buitenland ge vestigd - de kunst had elders onderdak gevonden. Na 1920 was het dan ook met de succesvolle tentoonstellingen gedaan. Door de functie van haar man, de midden in het sociëteitsleven staande Directeur van de Zeebadinrichting, was Mies Elout-Drabbe op de hoogte van de veranderingen in het badgasten-pa- troon. De Europese adel was verdwenen, had plaats gemaakt voor de veelal Ne derlandse welvarende middenklasse. Alleen de Zeeuwse, de Gelderse en Overijsselse adel zouden Domburg blij ven bezoeken. De vriendenkring van Toorop bleef in de periode tussen de beide wereldoorlogen eveneens komen, ook na Toorops dood. Nog groter was de behoefte aan be schouwing, nog meer werd er gepraat in het ateliertje aan de Weststraat. Later bleek dat de jaren twintig een vreemde mengeling waren geweest van hoop en cynisme, armoede en rijkdom, politieke spanningen en technisch-eco- nomische vernieuwing. Sport, muziek (jazz), film, radio, Freud en cultuurpessi misme. Veranderingen in de Sovjet- Unie: dat het oude Rusland was verdwe nen, begon langzaam tot het westen door te dringen. In cultureel opzicht kon je niet meer van „een lijn" spreken, de Stijl was ontstaan. „De kunst staat boven de natuur, omdat zij de ideeën uitdrukt, wier onvolkomen afbeelding de natuur dingen zijn, aldus Theo van Doesburg (1883-1931). Expressionisme in litera tuur en schilderkunst; Russische kunste naars in Frankrijk, Amerikaanse invloed in Europa. Het atelier van Mies Elout-Drabbe, aan de achterzijde van het huis via een trap te bereiken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 29