eeuwige wisseling en het streven naar harmonie
28
De Poele, de tamme gans van de familie Elout. (Foto J. K. van Elsacker).
geschoten en gebombardeerd, dat Paul
me halen kwamWe gingen 't bosch
Hoogduin in, en zwierven daar wat door
de laantjes.maar na eenigen tijd vielen
de granaatscherven overal om ons heen,
zoodat Paul vond, dat we meer veiligheid
moesten zoeken... naar Duinvliet - de
Trimpe Burgers.Een heel eind loopen
door 't klotsende water, tot we in veilige
haven aankwamen in 't huis van de Trim
pe Burgers. Heerlijk die warmte daar -
een kamer vol menschen die daar al da
gen geschuild hadden
De nacht kwam langzamerhand, 't
praten verstomde, de menschen legden
zich neer op de vloer. Ik kreeg een deken,
en wikkelde me daar lekker in. Paul zat op
een stoel. Toen kwam Mevr. Tr. B. zeggen
dat „meneer en mevrouw Elout" mee
naar boven moesten in hun bed.
Gevolg dat op een gegeven moment Paul
en ik samen met Mevrouw Tr. B. in een
reuzen bed lagen. Maar Mevr. vond 't
toch te benauwd: er werd aldoor gescho
ten en gebombardeerd, zoo dat ze ver
dween. Paul en ik sliepen zoo'n beetje.
„En nu is het vrede", staat op één van de
laatste pagina's van haar oorlogsdag
boek.
„Dwz. Duitsch/and heeft onvoorwaarde
lijk gecapituleerd, en zal nu flink mores
geleerd worden -
Een paar weken te voren waren de pro
vincies „boven de rivieren" bevrijd, wat
zoo'n beetje samenviel met hun voedsel
voorziening door vliegmachines (bom
menwerpers) en later ook langs de water
wegen. En zoo hebben de stakkers in
A 'dam, den Haag, Leiden, Rotterdam, U-
trecht dan nu heerlijke rantsoenen, ho
pen/ijk net op tijd!
Dat er vrede is kun je je niet echt inden
ken. Ach, dat komt doordat Japan nog
aan den gang blijft en Indië (haar zoon
Frans en zijn gezin zaten in Japanse in
terneringskampen, red.) dus nog niet be
vrijd is.
Walcheren was gehavend uit de bevrij-
dingstrijd gekomen, maar hetstelde zich
snel. In Domburg zou het zomertoerisme
weer langzaam op gang komen, nu niet
alleen voor „the happy few", maar voor
iedereen.
Volwassen worden in de 1 9e eeuw, oud
in de 20e, een eeuwwisseling, twee
wereldoorlogen meemaken - en nog
steeds het wonder van het leven kunnen
zien, ...geloven in het goede in elke
mens.
Uit haar brieven, dagboeken en uit ver
halen komt Mies Elout-Drabbe naar vo
ren als iemand, die anderen weliswaar
zeer onsympathiek kon vinden (als ze
niet voldeden aan haar maatstaven van
menselijkheid), maar hen nooit kon ha
ten. Haar karakter was daarvoor te be
schouwend, te relativerend.
De kunst en meteen daaropvolgend de
huiselijke kring (haar gezin, dieren, haar
tuin en huisvrienden als Bine de Sitter)
kwamen voor haar op de eerste plaats:
haar werk - zoals wij reeds eerder zagen
- was dan ook een weerslag van haar ka
rakter.
In verband met dat werk kon ze zeer
emotioneel zijn.
Haar zoon Frans herinnert zich dat ze
eens een portret van hem, dat niet wilde
lukken, door de kamer „keilde". Maar
dat was een uitzondering: mildheid was
haar grote kracht en omdat die mildheid
uit al haar werken sprak - geen Sturm
und Drang, maar altijd het streven naar
harmonie - komt haar werk pas bij stille
beschouwing tot zijn recht en zal het
waarschijnlijk altijd minder aandacht
krijgen dan het verdient.
Hun laatste levensjaar brachten Mies en
Paul Elout-Drabbe door in een door een
nichtje geleide kliniek in Ellecom.
Altijd al waren hun karakters tegenge
steld geweest: zij was introvert, leefde
voor haar gezin en de kunst, was zeer
Fransje Elout (1 909).
(Foto J. K. van Elsacker).