ZEEUWS TIJDSCHRIFT
JAARGANG 37
nummer 1 -1987
EEN TAAK VOLBRACHT
Gabrië! Heijboer, journalist ir. M. A. Geuze
Bij het heengaan van Gabriël Heij
boer, journalist te St.-Annaland.
„De Eendrachtbode", het weekblad voor
Tholen en St. -Philips/and, verscheen op
4 december jl. met een onbedrukte eerste
kolom. Deze blanco „Kantlijn" symboli
seerde het verscheiden van de stichter
van het weekblad, een man die geduren
de meer dan 40 jaren de krant had onder
houden en grootgemaakt.
Gabriël Heijboer overleed onverwachts,
66 jaren oud. Zij naam vertegenwoor
digde voor de streek een begrip. Brêêl in
de taal van de St.-Annalanders, want
daar was hij geboren als middelste van
vijf zonen in een boerengezin. Het bedrijf
te klein zijnde was er daar voor hem
geen kans; doorleren was er evenmin bij:
wel privéles in ruil voor administratief
werk. Op 1 8-jarige leeftijd begon hij met
een kantoorboekhandeltje, richtte een
cyclostyle-inrichting op en gaf een ge
stencild advertentieblad voor St.-Anna
land en omgeving uit, welk laatste in
1942 door de Duitsers werd verboden,
omdat advertenties met NSB- of Duits-
vriendelijke tekst werden geweigerd.*)
Na de bevrijding van het eiland Tholen
(30 oktober 1 944) was de behoefte aan
voorlichting echter enorm; het Thoolse
verzet drong aan bij Heijboer (zelf ver
zetsman) op het uitgeven van een blad,
wat lukte door bemiddeling van het Mili
tair Gezag. Die krant was minimum-for
maat, zoiets als éénzesendertigste van
de huidige omvang van het streekblad
(18 pagina's). Het papier moest eerst
wekelijks door een collega op de fiets uit
Breda worden gehaald. Alleen al vanwe
ge het distributienieuws was de burgerij
praktisch verplicht de krant te lezen. Zo
was het begin van „De Eendrachtbode",
een krant die in de streek Tholen en St.-
Philipsland, inclusief zijn emigrant
abonnees, uitgroeide tot een blad dat
wekelijks in ruim 6400 gezinnen gele-
Rinus Anthonisse publiceerde in de PZC van 8
sept. '84 een levensverhaal over Heijboer.
Gabriël Heijboer. (Foto: Lex de Meester).
zen ging worden. In 1 984 werd het 40-
jarig jubileum van het blad gevierd, een
feit dat voor het grootste deel op het
conto van Gabriël Heijboer geschreven
kon worden, de laatste 1 5 jaren wel ver
licht door zijn inmiddels aangetreden
zoon Wim, die de School voor Journa
listiek volgde. Het redactionele stempel
echter was steeds zijn zorg geweest en
terwijl hij nog de Kantlijn voor zijn reke
ning bleef nemen.
Het is de moeite waard de schijnwerper
verder op dit bijzondere leven te richten.
De jonge Heijboer was een man uit het
verzet. Na de bevrijding heeft hij de re
gionale geschiedenis van hun verzets
groep in een boekje neergelegd. De titel
„Slechts een plicht" geeft nauwkeurig
aan welke inhoud de opvatting van de
jonge Heijboer als Nederlander verte
genwoordigde. Het was nog niet een
weergave van de meester op de pen,
maar wel die van een volwassen vader
lander. Toen het Streekmuseum voor
Tholen en St.-Philipsland in 1985 een
tentoonstelling organiseerde „Bezet,
Bevrijd", bracht Heijboer mij zonder
commentaar een kladje uit de oorlogs
tijd, waarop alle adressen in zijn geboor
tedorp die het illegale „Trouw" thuisbe
zorgd kregen. Bij de (late) uitreiking van
verzetskruisen, werd te Middelburg
door prins Bernhard dit Kruis - als één
der 66 - ook aan Gabriël Heijboer uitge
reikt. Bij diezelfde gelegenheid was het
tevens posthuum verleend aan jhr. mr.
A. F. C. de Casembroot.
Heijboer was het model van een self
made-man. Hij wist in al zijn beschei
denheid van wanten. Een actie via zijn
krant zorgde ervoor dat zeer kort na de
bevrijding 3000 broden in de meest
hongerige wijk van Rotterdam, Croos-
wijk, werden gedistribueerd, 14 dagen
later gevolgd door nog eens 2000 bro
den en 1000 kg aardappelen. Een net
van dorpscorrespondenten werd opge
bouwd en de krant groeide. De eerste
tien jaren was de verdienste minimaal en
alles moest geïnvesteerd worden. Heij
boer was een voorstander van een ge
matigd harmoniemodel in de samenle
ving, zonder verschillen te negeren of te
ontlopen in zijn verslaggeving. Reforma
torisch opgevoed liet hij zijn basis niet
los, wel ging hij over tot de Hervormde
Kerk.
Hij was tegen polarisatie, hij had niets
scherpslijperigs, hij zag geen heil in
machtsuitoefening via het geschreven
woord, hij lichtte voor en toe met rede
lijkheid, verdraagzaamheid, gematigd
heiden als dienstverlening. De naam van
zijn blad was dan ook niet in de eerste
plaats afgeleid van de naam van de
grensstroom tussen Zeeland en Brabant,
maar om te benadrukken dat die eigen
krant voor iedereen was. Zelf getuigde
hij een keer: „Ik heb met de krant voor
ogen gehad om eendracht te scheppen
tussen de bewoners, tussen katholieken
en protestanten. In de oorlog trokken die
groepen ook met elkaarop en hadden ze
elkaar nodig." Ergo: een eendrachtige
opstelling van de lezers zou een eigen
krant voor de regio kunnen behouden en
veilig stellen. En die opzet, die benade-