een taak volbracht 2 ring bleek in de praktijk succes op te le veren. Een speciale situatie bracht de ramp van 1 februari 1 953. Economisch betekende het voor het blad een enorme terugslag. De ontreddering in de streek was groot: meer dan de helft van Tholen en geheel St.-Philipsland waren overstroomd, op grote schaal hadden evacuaties plaats gevonden, ééntiende van Stavenisse's bevolking was verdronken. Maar de re dactie van „De Eendrachtbode" werd de nieuwsbron voor het ANP wat de infor matie over de streek betrof. De waters- noodbijlage bij het Oudejaarsnummer 1 953, waarin een lijst met namen van al le rampslachtoffers, zal nog in menig huisgezin op Tholen en St.-Philipsland bewaard blijven. En het gemeentebe stuur van Tholen bezorgde 25 jaar later zijn schooljeugd een copievan dat num mer. Ondanks de middenweg die richtsnoer was voor het redactionele beleid bleven niet altijd aanvaringen uit. Dan werd „De Eendrachtbode" een Tweedrachtbood- schap aangewreven. Op de ramp volgde de herverkaveling, een aanvankelijk zeer omstreden idee in agrarische kring. Heij- boer bleek ervan overtuigd dat het de enige mogelijkheid was voor de Thoolse agrariërs zich een toekomst op niveau te kunnen verzekeren en schreef dat ook onverbloemd. Het werd hem van velezij- den eerst niet in dank afgenomen en zoals hij later zelf zei: „Het werd een zwaar gevecht op de ladder, zowel om het in politiek opzicht als voor wat de ge voelens van de mensen zelf betreft, voor elkaar te krijgen." Doch op termijn ging het lukken, zodat de krant tenslotte zelfs maandelijks een „Herverkavelings- Nieuwsbrief" opnam, waarin werken en problematiek werden aangekondigd en besproken. Tevens zal men in die perio de de weerklank aantreffen van de uit stoot van arbeidskrachten uit de land bouw en de aanwijzing van St.-Maar- tensdijk tot industriële B-kern. In het beeld schuiven eveneens langs de fusie van de Waterschappen op Tholen en - niet te vergeten - de Gemeentelijke her indeling. Op het niveau van gemeente en verenigingsleven, hetzelfde niveau waarop een streekblad zich beweegt en de afstand tot de burger het kleinst is, doch het contact het meest dichtbij, was Tholen tegen en rond 1 970 vaak in be weging. Vóór- maar vooral tegenstan ders weerden zich. Het weekblad en zijn hoofdredacteur in het bijzondervolgden een en ander uiteraard op de voet en dit maal toonde Heijboer zich sceptisch en kritisch. Hij zag de herindeling niet als verbetering. Misschien was dat wel chauvinistisch, maar hij was St.-Anna- lander en dat was een gemeente die zichzelf kon bedruipen. Echter zou hij la ter erkennen dat de herindeling - van zeven gemeenten naar één - voor be paalde kernen voordelen inhield. Ondertussen had Heijboer zich tot een prima hoofdredacteur ontwikkeld. Hij was geen briljant maar wel een zeer ge degen schrijver; hij toonde veelzijdig heid en nuchterheid, zowel in zijn be schouwingen als zijn verslaggeving. Hij werd gelezen, dat kon men in de streek steeds weer beluisteren. Zijn nuchter heid bleek bijvoorbeeld nog afgelopen najaar toen Ad Wagenaarvan het „Alge meen Dagblad" hem interviewde in ver band met de afsluiting van de Ooster- schelde. Ik citeer twee kenmerkende passages uit zijn mond. In de aanhef zegt hij: „Ik heb nooit iemand van buiten het eiland nodig gehad om mij te vertel len hoe mooi die Oosterschelde is, al dachten de jongens van de milieugroe pen dat ze ons die boodschap brengen moesten. Machtig is het water, ja. Maar ik heb het ook leren vrezen - en niet al leen in februari 1 953." En tegen het ein de is zijn conclusie: „Toen in 1981 de dijkverhogingen hier voltooid waren is er bij ons een zeker gevoel van verzoe ning gekomen. Toen wisten we dat we veilig waren, dat nu een stormvloed ons niet echt meer kon verrassen. Op dat moment was voor ons de rest bijzaak, ook die stormvloedkering, al is het een prachtig werkstuk." Nuchterheid als wezenstrek, maar ook veelzijdigheid. Van zijn vrouws kant was hij geparenteerd aan de familie, waaruit de pottebakker Chris Lanooy is voortge komen. Toen het Streekmuseum een kleine collectie van dezeteSt.-Annaland geboren kunstenaar trachtte op te bou wen, volgde hij dat met aandacht en vormde het een dankbaar gesprekson derwerp. En zelf was hij een voortreffe lijk Zondagsdichter, een genre dat de streekpers soms op verdienstelijke en van menige zijde gewaardeerde wijze vermag te sieren. Onder de schuilnaam Jan Overeenkam zijn zo van Heijboers hand in de jaargangen van zijn krant de nodige berijmde verslagen en versjes te rug te vinden, trouwens laatstelijk nog in het afgelopen najaar verschenen Dia- lectboek van de regio. Daarin kan men soms een laat-romantische toon onder scheiden, dus zijn nuchterheid vertoon de kennelijk ook nog een tegenkant. Het ging hem altijd om de menselijke schaal. Deze mens - eenvoudig als hij altijd was gebleven - was niet alleen drager van een verzetskruis, maar ook van de Ere penning van de gemeente Tholen. Hij was Ridder in de Orde van Oranje-Nas- sau en Erelid van de Nederlandse Nieuwsblad Pers (NNP), de landelijke or ganisatie met 74 uitgevers en 114 nieuwsbladen, waarvan hij 34 jaren be stuurslid en 1 6 jaar dagelijks bestuurslid is geweest. Het zal na deze opsomming niet verwonderen dat nog diverse regio nale bestuursfuncties met name in de middenstandsector en zelfs die van lan ge tijd actief voetballer kunnen worden toegevoegd. Brëël Heijboers slotaccoord, de wens om in alle rust zijn ervaringen in en met de streek vast te leggen in boekvorm, kan niet meer verschijnen. Zijn laatste geschreven werk was een reisverslag van het bezoek, samen met zijn vrouw, aan Israël. Die reis was bij het jubileum door de zaak aangeboden. Het verslag, bestemd voor een avond half december jl„ droeg de titel: „En het geschiedde". Het stokt halverwege het vijfde foliovel letje bij de beschrijving van het bezoek aan Betlehem en met een regel verwij zende naar deze stad als geboorteplaats van Jezus (Lukas II). De schrijver leefde naar Kerstmis toe. Wim Heijboer, de nieuwe hoofdredac teur van „De Eendrachtbode", eindigde zijn „Kantlijn", als rechterkolom van de voorpagina geplaatst, na het sterven van zijn vader als volgt: „Je had hem die zogenaamde welverdiende rust zo ver schrikkelijk graag gegund. Je vindt zijn dood „gestolen". Hoe leer je daar vrede mee te krijgen? Langzamerhand kom je tot het besef dat zijn levenstaak is beëin digd. De energie was op. Hij heeft zijn opdracht vervuld."

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 8