W.J.F. Imandt (1882-1967)
Een Steense Rat in de Oost
PAUL VAN DER VELDE
Meer dan vijfjaar geleden belde Willy Leijnse, een
Zeeuwse in de diaspora, mij op. Samen met haar man
drijft ze in Purmerend de Uitgeverij Asia Maior, die
fraai geïllustreerde boeken over steden in Indonesië uit
de eerste helft van deze eeuw publiceert. Zij vroeg of
de naam Imandt mij bekend in de oren klonk. Ik ant
woordde dat ik die naam vagelijk wel eens gehoord
had. Daarop vertelde ze me dat hij uit Zeeland kwam
en het verdiende onder de aandacht van de lezers van
dit tijdschrift gebracht te worden. Ik vroeg haar
daarop een artikel voor het Zeeuws Tijdschrift te
schrijven
De handtekening van W.J.F. Imandt. Foto J.A.A. Abbing.
In het geheel niet af
Toen ik in 1995 een recensie-exemplaar van het Lexicon
of Foreign Artists who Visualized Indonesia (1600-1950)
in handen kreeg, werd ik getroffen door de afbeelding
in kleur op de omslag. Het was niet zozeer de plastisch
groene waringin maar de wolkenhemel erboven, die aan
luchten uit mijn jeugd deed denken. Nu ben ik nog
nooit in Indië geweest waar deze waringin zoals ik
begreep geschilderd moest zijn. Ik las de flaptekst. Het
betrof een olieverf op doek van 80 x 88 centimeter
gepenseeld door ene W.J.F. Imandt. Ik dacht meteen aan
Leijnse en het artikel dat ze nog niet geschreven had.
Daarop sloeg ik de pagina op waar de biografische
informatie over Imandt te vinden was.
Ik viel bijna van verbazing van mijn stoel. Het kon
niet waar zijn. Imandt kwam niet alleen uit Zeeland
maar zelfs uit het dorp waar ik ooit eens geboren werd.
Voor mensen uit de grote stad is de sensatie van 'einde
lijk iemand' die mij overviel niet invoelbaar omdat ze
met bekende of beroemde inwoners verwend zijn. We
tende dat bio-bibliografische informatie in lexica per
definitie incompleet en niet zelden onnauwkeurig is,
was ik toch immens dankbaar met het lemma over deze
'Steense Rat' (bijnaam van inwoners van St. Jansteen).
'Imandt, Wilhelmus Jean Frederic born in St. Jan-
steen (The Netherlands), 26 August 1882. He came to
Indonesia in 1908, where he lived and worked as a
painter and a drawing teacher in secondary schools. The
artist travelled all over the Archipelago. After a stay in
The Netherlands from 1928 until 1935, he returned to
Indonesia. He participated in several exhibitions
organized by the 'Bataviasche Kunstkring' from 1920
until 1925. During World War II he was interned and put
in a camp by the Japanese. Around 1946 he returned to
The Netherlands, where he settled in The Hague.
Painter of landscapes, seascapes, volcanos, and primeval
forests. At his best in larger sizes, Imandt's ability to
portray Indonesia's magical natural beauty remains
unsurpassed. Died in The Hague, 17 June 1967.'
Ik koesterde deze wetenschap geruime tijd als
Leijnse's en mijn geheim. Aan het begin van dit jaar
belde ik haar op om te vragen of ze het artikel ooit nog
af zou maken en wanneer dat niet het geval zou zijn of
ik dan de fakkel van haar over mocht nemen. Eind maart
trof ik tussen de post een pakket van Asia Maior aan.
Mijn hart sloeg even over. Ik trof er een aantal
besprekingsartikelen over tentoonstellingen waaraan
Imandt had deelgenomen, een foto van zijn huis in St.
Gilles Waas en de grove opzet voor een artikel in aan.
'Het is in het geheel niet af en zeker niet volledig',
schreef Leijnse. Toch betekende het voor mij een stimu
lans en impliciet een opdracht een artikel (zo niet meer)
over een in potentie bekende dorpsgenoot te schrijven.
Het basismateriaal dat Leijnse verzameld had, vormt het
uitgangspunt voor dit artikel dat als een tour d'horizon
dient te worden beschouwd waarin vooral zijn jeugd en
zijn schilderschap in Indië centraal staan.
De wens een artikel over Imandt te schrijven was al
eerder ontstaan nadat ik eind 1997 bij Christie's een
Imandt in pallisanderhouten lijst (58x32) had weten te
bemachtigen. Op de kijkdagen van de veiling had ik ook
grotere doeken (250x180) van hem gezien waarvan
Haks en Maris stellen dat ze de beste uit zijn oeuvre
zijn maar van die doeken was ik juist niet zo kapot
omdat het pasteuze karakter van zijn werk veel beter
tot zijn recht komt in werken van kleiner formaat. Ik
kan me goed voorstellen dat sommigen het als vol-
schilderen ervaren maar de compositie en het kleur
gebruik scheppen toch voldoende ademhalingsruimte
om ten volle van het werk te kunnen genieten. Zeker
tijdens de avonduren wanneer een schijnwerper de wat
Zeeuws Tijdschrift 15