dat zaadbedrijf zoekt weer naar een smakelijker, luxer
boontje. Bruine bonen komen nu overal vandaan,
China, Kazachstan, Hongarije. Wie gaat daar kijken of
de teelt een beetje schoon plaatsheeft? Het zaaigoed
van ons eigen Zeeuwse bonenras was door gebrek aan
vraag al bij de vuilnisbak gezet.'
'Gangbare boeren, dat is natuurlijk het probleem,
zijn murw. Ze telen wat ze kennen, en leggen zich
erbij neer dat ze met hun inkomen op nul zitten.
Omdat hun grond zoveel waard is, kunnen ze het dan
nog uitzingen, want het is hartverscheurend om het
licht te moeten uitdoen in een boerderij die generaties
in de familie is geweest. Je ziet dat hun kinderen het
niet meer aandurven, dat er geen jonge boeren zijn
die het bedrijf overnemen, want ze kunnen in één
leven nooit uit de schulden komen. Numeriek ver
dwijnen de boeren nu steeds sneller, één of twee per
dag, veel sneller dan we dachten.'
Van Hootegem spreekt ontmoedigde akkerbou
wers met enige regelmaat toe, op hun bijeenkom
sten. 'Ik had bedacht dat ik ze emotioneel moest
zien te pakken, om ze verder te helpen. Ik zei: "U
teelt dus aardappels, en ze brengen minder dan de
kostprijs op. Dan moet u zich dus afvragen, waar
om doe ik dat eigenlijk nog? Misschien dat u dan
besluit: dat wil ik eigenlijk niet. Op het moment dat
je de zorgelijke, tijdrovende en geldverslindende
aardappelteelt gedag hebt gezegd, krijg je ruimte,
vooral in je hoofd, om andere, nieuwe mogelijkhe
den te ontdekken. De Zeeuwse akkerbouwers rea
geerden stroef, maar wie weet heb ik ze toch weten
te raken.'
12 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4