kleur is niet grauw, maar appetijtelijk roomkleurig. Toen het ras er eenmaal was, begon alles te lopen, leek het wel, en de groep kreeg zelfvertrouwen. Vier bakkers sloten zich aan, waaronder een 'industriële' bakker. De bakkerijgrondstoffenfabriek Zeelandia in Zierikzee werd eveneens benaderd. 'Die hadden in die tijd groot succes met het Panda-broodje voor het Wereld Natuurfonds. We vonden in ons hart dat daar helemaal geen goed verhaal achter stond, en ons eigen verhaal veel sterker was.' Zeelandia vond de prijs van het brood te hoog worden - wat hij moest zijn door de kleinere hectareopbrengst - om het meel in het assortiment op te nemen, maar nam wel een aantal balcproeven en de adviezen over de receptuur op zich. De bakkers spraken af dat Zeeuws Vlegel brood een fijn, geen grof, volkorenbrood moest zijn, in een bredere bus gebakken om zich te onderschei den. Er was goed nagedacht over de fraudegevoelig heid. Een teler is verplicht een bord met 'Hier groeit uw Zeeuwse Vlegel' in zijn tarweperceel te plaatsen. Omdat er geen rijsporen horen te zijn, kan iedereen zien dat er geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt. Hoe voorkom je dat bakkers voor het duurdere Zeeuws Vlegelbrood tóch stiekem goed koper meel inslaan? Daar kent de zaadveredeling en pootgoedwereld al honderdvijftig jaar een veilig systeem voor, dat werkt met geleidebiljetten. De NAK maakte het systeem voor de Zeeuwse tarwe in orde, inclusief de afgepaste hoeveelheid ouweltjes die met het meel meegingen naar de bakkers. Op elk Zeeuws Vlegelbrood moet dat ouweltje zitten. Op het hoogtepunt waren er op de Zeeuwse eilanden wel tachtig bakkers die Zeeuws Vlegelbrood bakten. Intussen was de afspraak met de industri ële bakker gaan wringen. Het bedrijf zou niet aan supermarkten leveren in dorpen waar een ambach telijke bakker met Zeeuwse Vlegel bakte, en ze zouden niet met de prijs gaan stunten. Toen er een ander 'management' aantrad, gebeurde dat toch. Gezamenlijk werd besloten het bedrijf uit te sluiten van levering, waarop het met een eigen namaakversie kwam, Zeeuws boerenlandbrood. De supermarkten waar ze dat verkochten hielden hun klanten voor 'dat dat hetzelfde was als Zeeuwse Vlegel.' In volume was er al een daling aan voorafgegaan: de verkoop van Zeeuwse Vlegel bij Albert Heijn was opgehouden toen die grootgrutter alleen nog eigen merken ging verko pen. Voor de telers was het akelig dat er misrekenin gen waren in de hoeveelheid die kon worden afgezet. Meel komt pas twee jaar na het zaaien beschikbaar, zo lang moet je dan vooruit kunnen denken. De Zeeuwse Vlegelcoöperatie kreeg de afgelopen jaren te maken met de algehele daling in broodver koop, en met het daaruit voortvloeiende verschijnsel dat veel ambachtelijke bakkers ermee ophouden. Van de oorspronkelijke tachtig bakkers zijn er nu nog zestig over. Dus groeit het areaal dat elk jaar gezet kan worden niet meer, en zijn er van de groep, die tot achttien telers was gegroeid, nog acht over die nog meedoen. Van de oorspronkelijke zeven oprichters keerden twee terug naar 'gangbare teelt', uit teleurstel ling over het bereikte resultaat. Eén van hen raakte verbitterd, ook doordat hij voor de scharrelvarkens die hij was gaan houden geen goede afzet vond. Vier deelnemers verlieten de groep eveneens: vanuit het Vlegelproject durfden zij de stap naar 'biologische' teelt te nemen. 'Biologisch' is misschien een logische stap om aan Zeeuwse Vlegel een nieuwe impuls te geven, denkt De Koeijer. 'Als Zeeuwse Vlegel biologisch is, is het interessanter voor landelijke afzet. Dat er niet vanaf het begin voor 'biologisch' werd gekozen, lag aan het feit dat de biologische landbouw op dat moment nog helemaal niet was gedefinieerd. Bij de Zeeuwse Vlegeltarwe vindt éénmaal een bespuiting plaats met een onkruidverdelger, voorafgaand aan de groei. 'Die bespuiting heeft zich toch tegen ons gekeerd, terwijl we in zorgvuldig omgaan met de grond juist de voor lopers zijn geweest. Het heeft ons gestoken dat we niet in aanmerking kwamen voor het "Milieukeur", terwijl dat wel een paar gewasbeschermers toestaat.' De strijd is echt heel moeizaam geweest, vindt De Koeijer, en al is het resultaat in areaal veel te beschei den, het is toch al die moeite waard geweest. 'Mijn buurvrouw roept me als ze me ziet altijd vrolijk toe dat ze alle dagen Zeeuwse Vlegel bij de bakker haalt, om geen andere reden dat ze het zo prachtig vindt dat ze het graan uit haar raam ziet groeien. Wat terug moet komen voor boeren,' peinst De Koeijer, 'is dat ze plezier hebben in wat ze telen. Campings en andere nevenactiviteiten zijn geen duurzame oplossing, en je breekt er de bijzondere kennis mee af. De grond bewerken is toch het nuttigste beroep wat er bestaat! Mooi en precies boeren bestaat niet meer. Boeren zeg gen nu tegen de loonwerker: doe mij maar wat je bij 18 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2005 | | pagina 20