laat. Dus lag verkoop van Schellach in de rede. Wat
zonde zou zijn, want wat héb je aan een gigantisch
bedrag op de bank, omdat de grond hier, zo dicht
bij de stad, zoveel waard is? Dus zo werd het besluit
genomen om gezusterlijk 'Schellach' voort te zetten,
daar is in familiekring uiteraard lang over gedelibe
reerd.
De boerderij is nu bijna zo zelfvoorzienend als een
middeleeuws klooster of kasteel; de negentig hectare
en tachtig koeien brengen inmiddels zo'n vijftien
inkomens op, alleen door er zoveel arbeid in te stop
pen en de tussenhandel uit te schakelen. Daardoor
zijn de akkerbouwproducten en het vlees van de eigen
gemeste jonge stieren waardevol geworden, 'als je
ze als bulk moet uitleveren, moet je geld toegeven
voor het transport.' Graan wordt, zonder kunstmest
en bestrijdingsmiddelen, niet alleen geteeld voor de
dieren, maar ook voor het brood, gebakken door een
naburige bakker. Els is Zeeuwse Vlegel dankbaar
voor de ontwikkeling van het balctarweras Sunnan.
Vanwege de bakactiviteit worden op Schellach rogge
en spelt geteeld. Vooral de spelt is voor iedereen een
ontdekking, wat een smakelijk eiwitrijk graan is dat.
Er is een strijd geleverd met Campina om hen te
dwingen de melk op zondag af te nemen. Schellach is
ten slotte lid van de coöperatie, en je kunt niet zeven
dagen per week kaas maken. De crux van boerenkaas
maken is dat de melk niet meer dan één melkmaal
over staat. Zonder de kwaliteit van de melk zou de
vitrinekast met trofeeën van kaasverkiezingen niet zo
indrukwekkend ruim zijn gevuld.
Campina is via de rechter gedwongen om de melk
af te nemen, maar rekent een boete. Hun politiek is
dat ze nieuwe leden geen recht meer geven om zelf
kaas te maken, en je künt geen kaasmaker worden
als je niet een gedeelte van je melk op afgesproken
tijden aan de coöperatie kunt leveren. Een kaasma
ker kan wel eens ziek zijn, of naar een begrafenis of
een verjaardag moeten. Een andere coöperatie dan
Campina die de melk afneemt is er niet, en Campina
heeft besloten om geen nieuwe kaasmakers als lid te
accepteren. 'Een jonge boer zou niet meer voor elkaar
kunnen krijgen om te doen wat wij doen,' denkt Els
Kwekkeboom.
De Pint; van idealisme naar realisme
Geitenkaasmakerij De Pint zit in St. Jansteen, dus
vlakbij Hulst. Margot van Dorsselaer denkt datzelfde,
dat het nu niet meer zou kunnen, een boerenbedrijf
zoals zij en Toon hebben opgezet. De grond is te duur,
de landbouwvoorlichting is afgeschaft, na de varkens
pest en MKZ zijn de regels voor het houden van vee
verdrievoudigd. Doordat de regels waarvoor je nieuwe
investeringen moet doen, ook nog eens telkens veran
deren, is het nauwelijks mogelijk om je bedrijf renda
bel te houden.
Margot zat in de verpleging, en Toon was huis
schilder. Toen Margot en Toon trouwden, kregen ze
een geitje cadeau. Toen ze een bok zochten om dat
geitje te dekken, was hun droom geboren, want ze
kwamen zo op het bedrijf van Renzo de Haan terecht,
achter de duinen in Burgh-Haamstede, en konden
toen de charme van geiten ervaren. Renzo de Haan
deed bovendien iets wat heel apart was in die tijd,
hij ving jongens op met drugsproblemen. Door het
verzorgen van de geiten kregen die weer voeten op
de grond. Het was ook de tijd, herinnert Margot zich,
waarin ex-provo en ex-'kabouter' Roel van Duijn met
het 'Memo'-project kwam. Memo stond voor: 'Mens
En Milieuvriendelijk Ondernemen', en dat speelde
allemaal in de wilde maar toch opwindende jaren zes
tig. Margot heeft die jaren van haar jeugd heel creatief
en geestverruimend gevonden. 'Je kon experimente
ren, wij wilden zelfstandig zijn. Je kon met weinig
middelen iets beginnen.'
Toon had affiniteit met het boeren. 'In zijn ziel is
hij verbonden met de grond', zegt Margot. Het was
omdat Toons vader geëist had dat hij in diens schil
dersbedrijf kwam. Boer worden, dat bleef toch in zijn
hoofd zitten. Alleen: koeien zijn kostbaar, geen bank
die een beginnende boer daarmee financiert.
'Geitenboerderijen', dat bestond in die jaren nog
helemaal niet. Tot er allerlei agogische en antro
pologische studenten naar het platteland trokken,
die met geiten begonnen. Uit die eerste wereld- en
milieuverbeterende initiatieven zijn met veel vallen en
opstaan de pioniers van de commerciële biologische
geitenhouderijen voortgekomen. Margot herinnert
zich ook een vrouw uit Hulst, die destijds vanuit een
heel ander beroep begon met het bakken van zuurde
sembrood. Uit haar bedrijfje is een nu bloeiende grote
biologische bakkerij in Brummen voortgekomen.
Toen hun geitje was bevallen en gemolken kon
worden, ging Margot, na haar werk, proberen de
melk te verwerken tot kaas. Eerst nog in een soep
pan, gewoon op het fornuis. Met vallen en opstaan
21 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4