'Ilc vind het Zeeuws Vlegelmeel erg lekker, de
supermarkt in Kloosterzande heeft het, ik bak er mijn
blini's (Russische pannenkoekjes) mee. Ik zoek ook
nog naar verse slagroom, en verse melk. Ik weet van
mijn boerin Marian dat bij haar de huisverkoop van
melk niet lukte. Ze heeft het geprobeerd, maar tegen
woordig zijn mensen zó gewend aan de smaak van
Campina-melk, dat ze de smaak van verse melk niet
kennen en niet lusten!'
Eat local
'In Amsterdam kookte ik min of meer "Mediterraans",
hier kook ik traditioneler, of klassieker, ik weet niet
hoe ik dat zeggen moet, iets minder artsifartsi. Hier in
Paal keer ik terug naar een lekkere aardappel, en biet,
naar minder geknutsel.'
Biet en kool zijn wel groenten die je moet uitleg
gen, merkte Kint. 'Je moet ze in elk geval niet noemen
op je kaart, want zet je erbij dat er linzen in een gerecht
zitten, dan zeggen mensen: "O, maar dat is toch var
kensvoer?" Geef je ze onaangekondigd, dan zijn ze
verrast, en zeggen ze: "Wat waren dat nou voor kleine
bolletjes? O, waren dat linzen? Wat waren die lekker!"'
In haar Zeeuwse jeugd, in Walsoorden, denkt Riet
Kint, heeft ze alles wat goed koken was, nog meege
maakt. 'Er waren zóveel lekkere dingen: konijn, alle
soorten fruit, besjes, alles van het varken, verschillen
de soorten eigengemaakte bloedworst, kaantjes. Mijn
oma was een heel goede kokkin, ze bracht ons als we
naar het strand gingen een pot aalbessen met suiker.
Die dikke aalbessen, dat was het grote feest van de
zomer! Of ze bakte grote boerenbeschuiten, met anijs-
zaadjes, die werden voor de winter gedroogd en voor
poezepap gebruikt.'
Zulk Zeeuws koken hield op te bestaan. 'Je kreeg
van die instantproducten, zoals Saroma, en je kreeg
Tarvo, "wit wattenbrood", dat verdrong al het andere.
Zelfs mijn grootmoeder zwichtte, ze maalde haar
gehakt niet meer zelf maar kocht het van de slager.'
Het echte einde aan het mooie koken kwam 'toen je die
coöperatieve vrieshuisjes kreeg, waarin je een cel kon
huren,' is Riet Kints theorie: 'Mijn moeder hield met
een op met de inmaak. Het is toch vreemd dat Fransen
wel om hun eten zijn blijven geven, en Nederlanders,
die net zo'n keuken hebben gekend, niet.'
'Ik ben blij dat ik dat echte eten nog heb mee
gemaakt, van dingen die je zelf ving of plukte. We
raapten als kinderen kokkels. Die werden ingelegd
Riet Kint. Foto's: José van Riele
in het zuur, "haantjes" noemden we ze. Mijn vader
sleepte garnalen aan het strand, met zo'n sleepnet, en
die waren gekookt in zeewater zo bijzonder. Nu wil
niemand meer zelf iets pellen, en nergens mag een
graat in zitten, kluiven kan ook niet meer. Als ik wat
alikruiken of garnalen geef, laten mensen ze op hun
bord liggen, vinden dat te veel "werk", daar zijn ze
alleen toe bereid als ze in Frankrijk zijn. Soms heb ilc
krabpoten, die kan ik niet zomaar geven, wat toch het
lekkerste is om uit te peuteren. Dus moet ik ze zelf
helemaal uitpeilen.'
Er zijn nog steeds Zeeuwen die wel zelf wat eet
baars plukken, een kistje jonge lamsoren bijvoorbeeld,
en dat naar Riet brengen. 'Die lamsoren zijn onvoor
stelbaar veel knapperiger dan ik kende uit Amsterdam.
Daar werden ze in drie dagen bruin en slap. Het enige
waar ik me wel eens zorgen over maak is of het water
wel schoon is, de Schelde wordt zo druk bevaren!'
Nieuwe producten en verbreding
'Ik heb boeren altijd een schóón beroep gevonden,
het mooiste beroep dat er is,' zegt Fons Verbruggen.
26 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4