Lamsoren. Foto's: Anda van Riet omgeving koopt, valt het hem zelf heel erg mee. Op het Groot-Eiland bijvoorbeeld, zit zijn aspergeteeltster, ze teelt groene asperges, en ze zijn heerlijk. Frank heeft er een beetje een hekel aan hoe kortzichtig op die groene asperges wordt gereageerd, dan zeggen mensen nuffig: 'O, ik hou alleen van witte asperges, hoor!' Próef ze dan eens, vindt D'Hooghe, er is toch ook verschil tussen sinaasappels en mandarijnen? De Zeeuwse garnalen voor de zelfgemaakte gar- nalencroquet zijn met de hand gepeld, goddelijk zo lekker, een vishandelaar uit Axel heeft ze, die man staat ermee op de zaterdagse markt in Axel. 'Dan zit er niet zo'n zwik benzoëzuur op, en dan zijn ze in twee dagen rot, maar zo hoort het ook!' Er komen boterboontjes van een teler uit de buurt - 'Van die boterboontjes raak ik opgewonden' - en witte kersen van een kennis die zo'n boom nog heeft staan. Witte buiken, noemen ze ze hier, ze zijn wit met een klein blosje.' D'Hooghes schoonzuster weckt ze voor hem, want zij heeft daar nog zo'n ketel voor. Bloedzuring voor de paling in het groen groeit in de eigen (stads)achtertuin. Van de imker die bij de stadswallen zit, komt de honing vandaan, daar maakt D'Hooghe zijn mooie 'parfait' mee. 'Dus eigenlijk valt het wel mee wat ik uit de streek heb.' D'Hooghe staat zelf verbaasd om zijn ontdek king. 'Het doet me denken aan hoe we met zijn allen, als lcoksgilde, twintig jaar geleden avontuurlijker begonnen te koken, toen kochten we lamszwezeriken en zeeduivel bij IS PC in Breda, want wie had in die tijd gehoord van zwezerik of zeeduivel? Dat kenden we allemaal niet. Tot iemand van ons erachter kwam dat IS PC die zwezerik en die zeeduivel helemaal uit Parijs liet komen, maar dat de vis oorspronkelijk in Breskens was aangevoerd, en natuurlijk, die lamszwe zeriken uit Rungis, die waren ook hiervandaan. Dus inmiddels zijn we alerter op wat we zélf goed hebben!' Winterasperges Jacqueline de Winter is twaalf jaar geleden begonnen met de groene asperges waar Frank d'Hooghe zo blij mee is. Dat was toen een onbekende groente, die ze zelf ook nooit gegeten had. Zij en haar man Theo wer den op het idee gebracht door de veiling, waar samen met telers naarstig werd gezocht naar bijzondere gewasjes die een acceptabele prijs zouden kunnen opbrengen. Toen Jacqueline geen baan buitenshuis meer had, wilde ze graag op het akkerbouwbedrijf van haar man een eigen inkomen verdienen. Theo spant zich voor hun arbeidsintensieve 'neventak' net zo hard in als Jacqueline, maar inzake de financiële verantwoordelijkheid is het haar bedrijf. 29 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2005 | | pagina 31