Postekop Achterham. Foto's: José van Riele De boer of boerin mag eigenlijk helemaal niks leveren, en de kok mag niks kopen, zonder dat die koelauto eraan te pas komt. Stel je voor dat je prei zomaar in een doosje achterop de flets zou vervoeren! Alle verse waar die een restaurant binnenkomt moet geregistreerd zijn op maximaal zeven graden - vlees en vis zelfs nog kouder, op vier. De temperatuur moet bij binnenkomst worden opgenomen, en in een log boek worden aangetekend. Er zijn nog meer regels waar én boer én kok zich aan moeten houden. Per slot van rekening moet de belasting precies weten wat er zich aan transacties plaatsvindt. Beide moeten zich administratief kunnen verantwoorden, wat voor een beetje prei en aardappelen veel extra moeite geeft. Daar krijgt de boer te weinig voor terug. Want stel, hij wil uit aardigheid best een veldje prei voor Edwin zetten, maar Edwin kan niet dat hele veldje afnemen, dus wie neemt de rest dan af? Edwins col lega, die in Sluis zit - Edwin heeft vijf jaar gewerkt bij Ronny Herman en aan hem veel van zijn opleiding en begeestering te danken - zou óók een gat in de lucht springen met die prei. Wie rijdt een paar keer per week de veertig kilometer om ze te brengen? Als er nu een goede groenteboer was, die dat zou willen doen, dan zijn er meer partijen die kunnen profiteren, maar de sporadische groenteboer die nog te vinden is in Zeeuws-Vlaanderen, heeft zijn eigen overlevings- moeilijkheden, en lean dat ritje in tijd en moeite niet 32 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2005 | | pagina 34